INHOUD 
MIJN BRIL
INHOUD HANS MANDERS
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
AUDIO

Print Pagina


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hechten

Je aan iets of iemand hechten, hoe snel gaat dat? Dit is een vraag die dezer dagen bij me opkwam. Meteen daarna schoot er in mijn geheugen –floep- een laatje open en kijk daar lag een passende herinnering. Het jaartal stond er niet op, maar het moet zijn geweest toen mijn oudste dochter een jaar of vijf was, zo’n dertien jaar geleden dus. Er logeerde een weekend een vriend bij ons, die bezig was een scheiding te verwerken. Bij die scheiding was de hond aan hem toebedeeld en die bivakkeerde dus ook in ons huis, waar daarvoor nog zelden een soortgenoot geweest was. Dit tot groot genoegen van dochterlief, die zich met hart en lijf op het beest stortte.

Toen de bewuste vriend aan het eind van het weekend weer naar het noorden vertrok, was ze ontroostbaar. Het heeft ons heel wat tact en overredingskracht gekost haar de nacht in te loodsen. Jitte, zo heette de hond, moest terugkomen. Ze had zich in twee dagen zo aan haar gehecht, dat de pijn van het gemis ondraaglijk was. Mijn vrouw en ik waren vertederd, maar haalden ook onze schouders op. Dit snelle hechten was immers typisch iets voor een kind. De volgende dag heeft ze op ons advies haar verdriet verwerkt in een tekening, die we naar de vriend hebben opgestuurd. Die avond kwam ze al wat makkelijker in slaap. De dagen daarna verdween Jitte geleidelijk uit haar hart.

Tot zover de herinnering. Terug naar de vraag. Het antwoord: ook bij volwassenen kan het snel gaan. Ik heb dat afgelopen weekend (weer eens) gemerkt. Via een uitwisseling van de muziekschool van onze jongste dochter, logeerden er twee Chinese meisjes in ons gezin. Tina en Lili, beiden uit Sjanghai, de een 11 de ander 10 jaar oud. Ze zitten in die gigantische stad op een kunstzinnige basisschool, waar ze onder andere hebben leren dansen. Mijn vrouw heeft ze twee keer zien optreden, ik één keer. We zagen hoe hun juffen en meesters de wind er goed onder hadden. Discipline staat op de school zeer hoog in het vaandel. Desondanks (of juist daardoor) was het een zeer vertederend schouwspel. Dat gold ook voor het concert van jeugdige Chinese blazers van dezelfde school. Maar wij waren natuurlijk het meest gefocust op onze Chineesjes.

Twee nachten sliepen ze in ons huis, twee ontbijten en een warme maaltijd zaten ze aan onze tafel. Met name de oudste sprak tot onze verbazing al heel behoorlijk Engels, dus we konden ook met ze converseren. Zo vertelden ze dat ze in Sjanghai in een hoge flat wonen en dat ze ’s ochtends geen brood eten maar pasta of rijst. Het was bijzonder grappig om te zien hoe ze ons westerse bestek vasthielden. Wij bekeken hen en zij, op een heel bescheiden manier, bekeken ons. Beiden hadden een mobieltje, waarmee ze ons, maar vooral allerlei vertrekken en attributen hebben vastgelegd. Alles in ons huis vonden ze interessant. Dat gold ook voor het centrum van Den Bosch, waar we ze op hun vrije zaterdagochtend mee naartoe namen, met name voor het filiaal van Bart Smit.

Op zondagmorgen moesten ze om 9.00 uur bij de muziekschool zijn om te vertrekken naar hun volgende bestemming op hun muziektrip door Nederland en de buurlanden. Ze zwaaiden nog een keer naar ons en snelden, met hun opvallend kleine bagagetassen, naar de bus. Vanachter het raam bleef met name de jongste naar ons zwaaien tot de bus daadwerkelijk aanreed. Toen we even later thuiskwamen, realiseerde ik me dat ik me in die twee dagen al enigszins aan hen en hun aanwezigheid in ons huis gehecht had.