|
|
Zoon
Al heb ik het al honderd keer gehoord en al is het nog zo zoetsappig,
iedere keer word ik er toch weer door geraakt. Ik doel op ‘Father and
Friend’ van Alain Clark, het duet dat hij zingt met zijn vader Dane
Clark. Mijn kinderen hebben het geïnstalleerd op hun i-pod of mobieltje
en zingen hele coupletten mee. Toch vraag ik me af of de woorden werkelijk
binnenkomen. In ieder geval worden ze er anders door geraakt dan ik. “Everytime
I look at you, I see myself and I’m so proud of you.” Het zijn
woorden die, hoe clichématig ook, een gevoelige snaar weten te raken.
Mijn vader heeft vier zonen. Op alle vier is hij trots. In alle vier ziet
hij iets van zichzelf terug. Bij mij is dat vooral het plezier in
schrijven, dat ik van hem geërfd heb. Tijdens zijn arbeidzame jaren was
hij als personeelschef bij een beddenfabrikant onder andere
verantwoordelijk voor het personeelsblad, dat hij jarenlang vrijwel in
zijn eentje volschreef. Het was zijn ambitie iedere medewerker op z’n
tijd in het zonnetje te zetten, zeker ook degene die iedere dag trouw het
eenvoudigste werk deed. Ook na zijn pensioen is hij blijven schrijven,
onder andere voor een ouderenblad. Hij is inmiddels 84, maar als ik bij
het ouderlijk huis onverwachts achterom kom, is de kans groot dat hij
achter zijn typemachine zit. Wat was hij trots toen mijn eerste boek
uitkwam. Toen het in zijn krant, de Volkskrant, niet gerecenseerd werd,
schreef hij persoonlijk een brief aan de redactie.
Ik heb één zoon. Daarnaast heb ik ook twee dochters. Op alle drie ben ik
trots. In alle drie zie ik iets van mezelf terug. Het lijkt erop dat mijn
zoon het grootste deel van de schrijfgenen heeft geërfd. Zo nu en dan
heeft hij inspiratie, voor een verhaal of een sportverslag, en kruipt hij
achter de computer. Al maakt hij het meestal nog niet af, het gaat om de
lol van het schrijven. Als het schrijfvirus je eenmaal te pakken heeft,
laat het je niet meer los. Hij zit inmiddels in 4 vwo en soms denkt hij na
over zijn toekomst. “Misschien wil ik later wel journalist worden,”
zei hij onlangs. Op zijn leeftijd zei ik precies hetzelfde.
Vader en zoon, het is een bijzondere, hechte relatie. Een vader wil graag
trots zijn op zijn zoon. Een zoon is ook best wel trots op zijn vader, al
heeft hij misschien nog niet de leeftijd om het toe te geven. Als je zoon
dezelfde capaciteiten en interesses heeft, ben je als vader extra trots.
Ik vermoed dat de kersverse Commandant der Strijdkrachten Peter van Uhm
destijds ook bijzonder trots was, toen zijn zoon hem kwam vertellen dat
hij militair wilde worden. Al past het in die kringen misschien niet, ik
weet nagenoeg zeker dat hij in stilte een traantje weggepinkt heeft.
“Papa, ik lijk steeds meer op jou.” Bijna iedere keer als ik Stef Bos
die regel hoor zingen, voel ik een prikkeling bij de ooghoeken. Dit nummer
staat ook hoog genoteerd in de begrafenis- en crematietop. Het geeft
kinderen een stuk troost als het tijdens de definitieve
afscheidsplechtigheid gedraaid wordt. Zeker de zonen onder hen. Maar welk
nummer moet Peter van Uhm uitzoeken voor de begrafenis van zijn zoon,
vroeg ik me af, toen ik het trieste bericht over de fatale Afghaanse
bermbom las. Als je zoon in je voetsporen is getreden, maar juist
in die voetsporen de dood vindt, wat gaat er als vader dan door je heen?
|
|