INHOUD 
MIJN BRIL
INHOUD HANS MANDERS
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
AUDIO

Print Pagina


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Copernicus

Wat mensen vandaag de dag beweren en doen, hoe slim is dat? Hoe zal er worden teruggekeken op onze uitspraken en handelingen als er een aantal lagen tijd overheen gegaan zijn? Hoe wordt er over ons geoordeeld als we het tijdelijke voor het eeuwige verwisseld hebben? Prangende vragen! Niet om je dagelijks het hoofd over te breken, maar belangrijk genoeg om af en toe bij stil te staan.

Deze week dwongen drie nieuwsberichten mij even bij genoemde vragen te verwijlen. Het eerste bericht ging over Copernicus. Zo’n naam die we allemaal wel eens gehoord hebben. Was het op de basisschool (bij meester Bolmers in de vijfde klas?) of op de middelbare school dat ik kennis met hem maakte? Ik weet het niet meer. Wel weet ik nog dat zijn verhaal indruk op mij maakte. Hij was aan het eind van de vijftiende eeuw de grondlegger van de moderne astronomie, omdat hij durfde te beweren dat de aarde om de zon draaide in plaats van andersom. Die uitspraak werd hem niet door iedereen in dank afgenomen, zeker niet door de katholieke kerk. Tot ver na zijn dood in 1543 werd deze stelling verworpen als zijnde in strijd met de leer.

Sinds deze week heeft Copernicus een gezicht gekregen. Met behulp van DNA-tests op een tand uit zijn schedel en twee in een boek gevonden haren hebben onderzoekers zijn gezicht kunnen reconstrueren. Hij had een gegroefd gelaat met een opvallende neus. Het gereconstrueerde hoofd kijkt bepaald niet vrolijk en heeft grijze haren. Geen wonder ook als je iets beweert wat pas jaren na je dood op waarde geschat wordt. Je zou er grijze haren van krijgen als je kunt bewijzen dat je gelijk hebt, maar je tijdgenoten niet naar je willen luisteren. Hij krijgt nu alsnog een ‘prachtige sarcofaag’ in een kathedraal, heeft een Poolse bisschop beloofd. Tja.

In het tweede bericht speelt de katholieke kerk ook een bedenkelijke rol. Tweeënveertig jaar na dato heeft het Vaticaan wijlen John Lennon vergeven voor zijn uitspraak dat The Beatles populairder waren dan Jezus. Deze opmerking moet, volgens L’Osservatore Romana, bij nader inzien worden gezien als de grootspraak van iemand die niet goed wist om te gaan met het succes. Nou, met zo’n uitspraak kan John de komende eeuwen in vrede verder rusten. Al zal een sarcofaag in een kathedraal er voorlopig voor hem nog niet inzitten.

Dan het derde bericht. Ook daarin wordt bij nader inzien anders geoordeeld over iets uit het verleden, al is het in dit geval pas dertig jaar geleden. Het WK voetbal in 1978 in Argentinië had nooit mogen plaatsvinden. Dat vindt niet alleen Dwaze Moeder Nora de Cortiñas, wier zoon sinds die tijd spoorloos is, maar ook Leopoldo Luque, de toenmalige spits van het Argentijnse team dat wereldkampioen werd. Toen ik dit las, dacht ik: wat zou Robbie Rensenbrink hiervan vinden? Als dat WK niet was doorgegaan, zou hij niet de rest van zijn leven zijn lastiggevallen met dat schot tegen de paal net voor het einde van de reguliere speeltijd.

Tot slot nog even terug naar Copernicus. Toen ik zijn grijze haar zag, moest ik ook even aan Wilders denken, al hebben hun kapsels geen overeenkomst. Hoe zal er na zijn dood over zijn uitspraken gedacht worden? Krijgt hij ook nog ooit een ‘prachtige sarcofaag’? We weten het niet. Laten hem daarom de rest van zijn leven maar flink blijven lastigvallen.