Het is een gedachte die wel eens bij me opgekomen is (en waarschijnlijk
ben ik niet de enige): hoe zou het zijn om je eigen begrafenis mee te
maken? Ik bedoel, ik wil die gebeurtenis liefst nog even uitstellen, maar
als het dan toch zover is, zou ik er graag bij willen zijn. En dan niet in
liggende houding onder een houten deksel, maar op zo’n manier dat ik het
schouwspel volledig kan gadeslaan en beluisteren. Wie komen mij hun
laatste groet brengen (en wie niet)? Wie van de aanwezigen moet er een
traantje wegpinken? Wat wordt er zoal over mijn levenswandel gezegd? Ik
zou er, incognito uiteraard, best wel getuige van willen zijn. U toch ook?
Zo zal ik ook niet de enige zijn die de tekst op zijn eigen bidprentje zou
willen kennen. Welke goede eigenschappen van mij zullen daarop uitgelicht
worden? (Ik ga er gemakshalve even van uit daarover te beschikken.) In
hoeverre zal men mij mooier voordoen dan ik geweest ben? Sommigen
besluiten het antwoord op deze vragen zelf te geven. Zij voelen hun dood
naderen, maar willen tot en met de begrafenis de regie over hun leven in
eigen handen houden. Ze pakken de pen en schrijven hun eigen in memoriam.
Zo trachten ze te beïnvloeden hoe ze herinnerd worden. Er zijn er beslist
veel meer die dit zouden willen, maar helaas voor hen komt de dood vaak
als de spreekwoordelijke nachtelijke dief.
Dat geldt ook voor diegenen die in de loop van hun leven enigermate
beroemd zijn geworden. Degenen die niet alleen een in memoriam op een
bidprentje krijgen, maar ook in de kolommen van een krant. Hoge bomen zijn
zij in hun leven geworden en ze hebben dus veel wind gevangen. Ik kan me
zo voorstellen dat ze zouden willen weten in hoeverre die wind ook nog in
hun in memoriam waait. En natuurlijk zouden ze het liefst de windkracht en
windrichting willen beïnvloeden. Zoals prins Bernard postuum deed in de
kolommen van de Volkskrant.
Sommige beroemde personen worden in de
gelegenheid gesteld hun eigen in memoriam te lezen. Ze hoeven daarvoor
niet, net als Jezus, uit de dood op te staan. Ze leven immers nog gewoon.
Op de een of andere manier is echter het bericht in de wereld gekomen dat
ze overleden zijn. En dus zijn op de redacties van kranten en van
nieuwssites op internet journalisten aan het werk gezet (als het in
memoriam al niet in een bureaula klaarlag).
Dat overkwam dezer dagen de econoom Jan Pen. In meerdere kranten en op
nieuwssites was te lezen hoe deze sociaal-democraat, die ooit de luis in
de pels was van Joop den Uyl, op achtentachtigjarige leeftijd overleden
was. Hij bleek echter springlevend, voorzover je dat op die leeftijd nog
kan zijn. Hij was verwisseld met een naamgenoot, die wel het tijdelijke
voor het eeuwige verwisseld.
Ik vraag me af hoe je reageert als je zoiets overkomt. Trek je een lange
neus en leef je vrolijk verder? Of knakt er toch iets in je? Ik vrees het
laatste. Voor Jan Pen hoop ik evenwel dat hij minstens honderd wordt.