INHOUD 
MIJN BRIL
INHOUD HANS MANDERS
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
AUDIO

Print Pagina


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Humanoid

Afgelopen vrijdagavond had mijn oudste dochter een jongen op bezoek. Hij kwam zich netjes voorstellen. Een leuke jongen leek me. We mochten er niets van denken en dat deden we dan ook niet. Ik hoorde alleen even de stem van Wim Sonneveld. Ik krijg nog altijd een kleine brok in mijn keel of licht vochtige ogen als ik hem zie of hoor. (Iets vergelijkbaars heb ik trouwens ook bij Frans Halsema.)

Voor het slapen gaan kwam er ergens ver achter in mijn hoofd een stroom beelden op gang. Mijn oudste dochter heeft aangekondigd over twee jaar op kamers te gaan. Ik zag het ineens voor me, de ontbijttafel met nog slechts vier borden. En het werden er snel drie en twee, want in de jaren daarna volgden haar broer en jongere zus. Ik zag beelden van kleine, nauwelijks opgeruimde kamers in verre steden. Misschien was het wel ergens in het buitenland. Wij bleven in ieder geval met z’n tweeën achter, zoals we ooit begonnen, maar de oprukkende grijze haren waren niet meer te stuiten. Na een tijdje werden we opa en oma. En daarna werden we echt oud en, het grootste schrikbeeld, hulpbehoevend. Steeds meer hulpbehoevend zelfs. Het speelde zich weliswaar in mijn achterhoofd af, maar het kostte wel enige moeite de beelden daar ook te houden en onbezorgd de nacht in te gaan.

Gelukkig was daar op zaterdagmorgen de krant. Onder het onvermijdelijke artikel over de gevolgen van de kredietcrisis las ik op de voorpagina een bericht, dat het schrikbeeld van hulpbehoevendheid nagenoeg helemaal wist weg te poetsen. Immers, over veertig jaar, als mijn vrouw en ik heel oud zijn maar nog steeds van elkaar houden, kan de een meter twintig lange Nederlandse robot TUlip ons verplegen en helpen in de huishouding.

Dat is toch voorwaar een zeer troostrijk vooruitzicht. Ik bedoel, waar onze kinderen te zijner tijd ook zullen wonen en hoe schaars ook de keren worden dat ze tijd en gelegenheid hebben ons te bezoeken, ze hoeven zich over hun ouders geen zorgen te maken. Die zijn nooit alleen en er wordt voor hen gezorgd. Voor de prijs van een auto kunnen zij immers een zogenaamde humanoid in hun huis halen. Die kan niet alleen de krant oppakken en een biertje uit de koelkast halen, nee, die kan hen verplegen en helpen. Sterker nog, die kan zelfs denken en met hen communiceren.

Wat nog niet duidelijk is, is hoe deze alleskunner er tegen die tijd uitziet. Anno nu is TUlip nog een ietwat hoekige machine, al zitten er al armen, benen en een hoofd aan en lijken de twee camera´s in dat hoofd al best een beetje op menselijke ogen. Op termijn evenwel zijn humanoids met een echt menselijk uiterlijk zeer wel mogelijk. In Japan blijken ze zelfs al te bestaan. Er schijnt in de wereld van de robotica-experts een wetenschappelijke discussie te woeden over de vraag waar de mens zich het meest comfortabel bij voelt: bij een robot die er menselijk uitziet of bij een robot die juist niet op een mens gelijkt.

Mijn voorlopige mening is dat deze discussie nog heel lang mag voortwoeden. Ik neem me sterk voor nooit hulpbehoevend te worden. En nu ga ik de tafel dekken. Met vijf borden.