|
Paul Asselbergs
De Verliefde Ansjovis
Dit voorjaar heb ik jou ontmoet in de Atlantische Oceaan. Ik herinner het mij nog heel goed, het was bij volle maan.
Ik stond meteen in lichterlaaie, je was wel vinnig … maar charmant. Ik was voor zo’n ‘maanvis’ wel te paaien dus op, naar het Verdronken Land.
Ik weet, dat toen je mij onderweg vertelde dat je mij heel aardig vond en wilde trouwen in de Schelde, het water in m’n ogen stond.
Na een reis van vele weken kwamen we in de Goudmijn aan. We hadden er al naar uitgekeken of er ‘Erehagen’ zouden staan.
We zagen er twee en gek van zinnen zwommen we daar tussen door. Het feest kon eindelijk beginnen, maar men stak daar toen een stokje voor.
De hele bruiloft viel in duigen, tegenspartelen had geen zin en met duizenden getuigen dreef men ons het fuikgat in.
Heb je’t ooit zó zout gegeten? Ergens is er toch iets mis. Heel de wereld mag nu weten dat de weer ’t einde is.
|