
Gedicht geschreven
naar aanleiding van de verwijdering op de UvT van een kunstwerk:
de muurschildering
gemaakt in 1979 door Chileense vluchtelingen, betrokken studenten en
universitaire medewerkers als aanklacht tegen de staatsgreep in
Chili en tegen onderdrukking.
Chili is dood
Chili is dood. Wie?
Chili. Chili?
Oké, dat is ook niet
leuk
Een vreedzame,
democratische weg
aangevreten door wind
en regen, houtworm
en er zat al een gat
in
Chili, ken ik die?
Christen-democraten -
ook toen al
die ons willen
vertellen:
och ja, Chili, Chili,
Chili, eigenlijk kende niemand haar
en die studenten van
vandaag, en het is ook al zo lang geleden
11 september 1973,
dat is toch zo om en nabij al gauw 34 jaar toch
Wie? Moet ik die
kennen? Moet je dat weten?
Wordt dat gevraagd
bij een tentamen?
Chili is dood. Wie?
Zullen we dan ook
maar…
het
Auschwitz-monument - het monument op de Dam
oorlogsgraven nemen
ook veel plaats in
en eigenlijk hebben
we die ook genoeg…
Het ruimt wel op –
nieuwe kansen en trouwens…
al die kruisbeelden,
toch ook in weer en wind
hoe lang is dat wel
niet geleden?
opruimen die handel:
ook die boodschap is gedateerd
of zeg ik nu iets
verkeerd?
Chili is dood en wij
laten het gebeuren
We laten het nogmaals
gebeuren
We staan erbij en
kijken ernaar
Ken je Victor Jara?
Ik vraag: ken je
Victor Jara?
VICTOR JARA!!
Victor Jara was lid van de Communistische Partij van Chili
(Partido Comunista de Chile) en een van de belangrijkste
aanhangers van het
Volksfront (Chili)
(Unidad Popular) en van president
Salvador Allende. Hij werd
geboren in een kleine stad maar zijn dichterstalent zorgde er al
gauw voor dat hij in heel
Chili bekend werd. Met zijn
liederen bekritiseerde hij de Chileense
bourgeoisie en verzette hij
zich tegen de
Vietnam oorlog. Maar hij zong
bijvoorbeeld ook over de
liefde. Het was vooral zijn
capaciteit om het volk direct aan te spreken die hem zo populair
maakte. Vanaf 1966 werkte hij een aantal jaren samen met de
muziekgroep
Quilapayún.
De
duistere omstandigheden van zijn dood vergrootten zijn faam
alleen maar meer. Op
11 september
1973 werd hij tijdens de
militaire staatsgreep opgepakt en samen met duizenden anderen
vastgezet in het
Stadion van
Santiago. Daar werd hij al gauw
herkend en als gevolg daarvan gemarteld. Vervolgens werd hij
naar het Nationale Stadion overgebracht. Zijn
stoffelijk
overschot werd op
15 september gevonden. Naast de
feiten worden er ook veel
legendes over de laatste uren
voor zijn dood verteld. Zo zouden zijn
handen door de militairen zijn
afgehakt om hem te verhinderen verder nog op zijn
gitaar te spelen. Ook zou hij
in het stadion een laatste lied hebben geschreven tegen het
fascisme en de
dictatuur. Wat betreft zijn
handen is de werkelijkheid niet minder gruwelijk: toen het lijk
van Victor Jara werd teruggevonden waren zijn handen verbrijzeld.
Zijn lichaam was doorboord met meer dan veertig
kogels.
Sinds
2004 is het geval van Victor
Jara in Chili weer openlijk bespreekbaar. Het Nationale Stadion
waarin hij werd vastgezet is nu naar hem vernoemd. Victor Jara
is inmiddels wereldberoemd. Actrice
Emma Thompson loopt al jaren
met het plan rond om een
speelfilm over zijn leven te
draaien met
Antonio Banderas in de
hoofdrol.
Leefde hij nog maar –
leefde Victor Jara nog maar
dan konden we hem
eredoctor maken van onze universiteit
net als Nelson toen –
die leefde tenminste nog
dan heb je toch wat –
jammer, jammer
ook van die handen
Nou ja, dan niet: ook
wij moeten verder – eigentijds enzo
we kunnen ook niet
overal rekening mee houden;
als we dan afscheid
nemen van Chili,
haar langzaam en toch
gewetensvol dood laten gaan
of doodzwijgen, nog
beter
Ja, ja, ik weet het:
dat is niet leuk, klinkt ook hard
maar misschien valt
het allemaal wel mee
Weet je wat? Is dat
geen goed idee?
we maken iets nieuws:
tijdloos moet het zijn
nee, niet weer met
martelingen
niet weer iets met
overtuigingen,
niet weer iets met
trouw
niet weer iets met
toewijding
niet weer een dichter
iets met studenten
iets met geen mening
iets met
inwisselbaarheid
iets met: over 25
jaar mag het ook wel weer weg
ja dat is mooi
Waarom maken we er
geen wedstrijd van
of anders een
prijsvraag, interactief, 06-nummers, internet
en dan doen we net
alsof we praten over:
boodschap,
engagement, humanisering
naastenliefde,
verdraagzaamheid
en vooral een
statement:
Chili is dood
Tilburg is dood
De UvT is dood
Wie?
Moet ik die kennen?
Wordt dat gevraagd
bij een tentamen?
Ton Linden - 2007