Liedjes
van vroeger
Moord
in de Kempen - het bos van Postel bij Mol
Ed
Schilders - Pierre van Beek - Harrie Franken
Ed
Schilders - Brabants Dagblad 1 mei 2006
‘Treed
zacht wandelaar en stoor de zalige stilte niet…’ Ben van de Pol
schreef me dat dit de eerste regel is van een gedenktekst op een monument
ter nagedachtenis aan een dubbelmoord. Die werd op 31 maart 1930 gepleegd
in de bossen van Postel, nabij Mol. Hoewel dat de Belgische Kempen
betreft, werd deze misdaad zo vaak bezongen dat Harrie Franken in zijn
boek Liederen en dansen uit de Kempen deze tragedie benoemt tot ‘de
moord die ongetwijfeld de meeste indruk heeft gemaakt in onze streek’.
Franken kon in de jaren zeventig van de vorige eeuw nog een viertal
varianten optekenen. Buiten de Kempen lijkt het lied echter nauwelijks
bekend.
Van
de Pol schrijft dat de toedracht is samengevat door de Tilburgse
journalist Pierre van Beek, in een krantenartikel uit 1965. Vincent
Belmans, een enigszins gehandicapte jongeman van 27 jaar oud, en Jos
Fonteyn, een jongen van 9, gingen op de fatale dag hout sprokkelen in de
bossen: Te samen waren zij zonder schromen/ Om zaken om weinig droog hout/
En daar in de bossen gekomen/ Met ijver aan den arbeid. Dan komt de dader:
Een lafaard is bij u gekomen/ En dat wel om een weinig geld/ Daar heeft
hij zijn wreedheid begonnen/ Denk eens hoe zij waren gesteld. Die ‘lafaard’
slaat met een bijl op Belmans in. Joske vlucht, maar wordt achterhaald
door de moordenaar. De liedjeszanger bespeelt de gevoelens van zijn
toehoorders als hij zingt: O beulen kunt u dat verdragen/ Als hier deze
man lag ten gronde/ Misschien vroeg het kind nog genade/ Ja op dezen
droevigen stond (dit droevig moment).
Het
lijkt erop dat de dader zich uit wroeging heeft aangegeven bij de politie,
veroordeeld werd, maar nog in leven was toen Van Beek zijn artikel
schreef. Het is uniek dat ook over de oprichting van het gedenkteken een
straatlied gemaakt is, getiteld ‘Het kruis op de heide’: En er staan
met gouden letters/ beide namen ingeplant/ die daar eens hun leven lieten/
aan die stille heidekant. Franken schrijft dat het monument – dat sterk
doet denken aan moderne berm-monumenten langs de snelweg - circa 1975
verplaatst is naar ‘het zandpad dat voert van Russendorp naar de weg
Postel-Mol’.
Zo
is er veel bekend over deze misdaad die ook in de Brabantse Kempen
jarenlang met verontwaardiging herdacht is. De teksten die ik noemde, kunt
u volledig lezen op onze website: www.cubra.nl.
Toch zou het me niet verwonderen als er nog veel meer over deze tragedie
geschreven en gezongen is dan ik hier heb kunnen weergeven. Kent u de
liedjes, of delen daarvan nog? Wie heeft er nog meer over geschreven dan
Franken en Van Beek? Voor de echte liefhebber meld ik nog dat dit
moordlied werd uitgevoerd door Dommelvolk op de langspeelplaat Ptazzie.
Pierre
van Beek
Fragment
uit een artikel in het Nieuwsblad van het Zuiden
Klik
Hier om het gehele artikel en meer van Van Beek te lezen
Gruwelijke
dubbelmoord
We
staan op een lugubere plek, want hier werd een laffe dubbelmoord gepleegd.
Vijfendertig jaar geleden!... In keurige letters, in het hardsteen
uitgehouwen, verraadt een Nederlands kromtaaltje iets van het drama. We
lezen het volgende:
"Treedt
zacht wandelaar en stoor de zaalge stilte niet...
Noch
schendt deze plaats des onheils niet
waar
eens 'n jonglingschap en 'n jeugd
en
sprokkelend vlijtig in vreugd
geveld
door een vriend, wreed en lafhertig
'n
menselijk wrak geworden, thans in 't niet
Toen
buigend zuchtend klagend
maar
luister naar hun eeuwigheid
nu
schreit om zijn gerechtigheid
want
zij, ze voelden 't, hoorden 't, zagen 't
en
zij liegen niet.
Aan
Vincentius Belmans en Jozef Fonteyn ter plaatse om het leven gebracht,
den
31 Maart 1930"
"Inderdaad
een vreemd taaltje." Verrast het u mijnheer? "Ja,... ik weet het
niet... ja, eigenlijk wel!"
Tóch
ontroerend
Juist,
ontroerend niet waar in zijn stunteligheid. Nu nog voelt ge uit dit
opschrift hoe het drama de mensen van deze streek gegrepen heeft. En ge
peinst: een die als knapper dan de anderen in hun omgeving bekend stond,
hebben zij gevraagd een opschrift te maken. Deze, zich bewust van zijn
grote verantwoordelijkheid, heeft zich afgebeuld om toch iets geweldigs
schoons en ontroerends op te stellen. Had hij "gewoon" gedaan
dan zou het anders geworden zijn. Nu kwam er dit te voorschijn en de
Vlaamse mensen hebben het allemaal een meesterwerk gevonden.
U
kunt er verder van denken wat u wilt. Ontroerend is het nu nog in ieder
geval. Ge moet dit tafereel echter zien in de nu boomloze vlakte met daar
overheen de koepel van een grauwe herfsthemel... Dan vraagt ge: wat
gebeurde hier precies? Iemand die langs de steenweg Postel-Balen woont en
die het verhaal van zijn vader had, heeft het ons verteld.
Het
drama
Belmans
was een invalide vrijgezel van plusminus 30 jaar, afkomstig uit Mol en
verblijf houdende in een wagen. Hij sprokkelde hout in de bossen van
"De Zeven Heerlijkheden", eigendom van minister De Brockeville.
Hij nam wel eens een jongetje mee, wat de ouders toestonden, want hij
genoot terecht vertrouwen. Op de bewuste dag werkte hij met de 12-jarige
Jozef Fonteyn, enige zoon uit een gezin van zeven kinderen uit Mol, in het
bos. Belmans krijgt daar gezelschap van een "vriend". Deze stelt
Belmans voor: "Geef de bijl maar aan mij, dan zal ik wel hakken. Dan
hebben we vanavond een flinke partij klaar." Nauwelijks heeft de
"vriend" de bijl in handen of hij slaat daarmee Belmans het
hoofd half af. Het knaapje vlucht naar de weg, wordt door de moordenaar
achterna gezeten, kan niet vlug genoeg over een slootje komen en wordt ook
door zijn achtervolger met de bijl doodgeslagen. Dan keert de moordenaar
terug naar de nog zieltogende Belmans en maakt ook hem op beestachtige
wijze af. Roof scheen de drijfveer te zijn, daar van Belmans bekend stond
dat hij wat geld had. De dader werd spoedig gegrepen en kreeg jaren
gevangenis. Hij zou nog leven en in Antwerpen wonen...
Harrie
Franken
Liedblad
uit Liederen en dansen uit de Kempen (nog verkrijgbaar via de boekhandel)


|