HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

64ste Jaargang - nummer 4 - augustus 2015

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

Gerrit van Bakel, expositie Archief voor de Toekomst, Verbeke Foundation.

foto Tineke Schuurmans

 

Het e-book Archief voor de Toekomst is te bestellen via:

www.bkkc.nl/projecten/kennis/publicatie-archief-voor-de-toekomst

(tot 6 september ca. € 10,00, daarna ca. € 12,00)

 

De expositie Archief voor de Toekomst is nog t/m oktober 2015 te zien bij de Verbeke Foundation in Kemzeke (B).

www.verbekefoundation.com

 

Zie ook:

www.cubra.nl/Irma-van-Bommel_Nalatenschappen-van-kunstenaars.htm

www.cubra.nl/BC_BL_201401/toorians_verbeke-foundation.htm

 

©Brabant Cultureel – augustus 2015

Symposium over de nalatenschap van kunstenaars

 

Op 25 juni 2015 organiseerde bkkc het symposium Archief voor de Toekomst. Dat vond plaats in Museum De Pont in Tilburg. Sprekers waren ervaringsdeskundigen, zowel nabestaanden van bekende beeldend kunstenaars als mensen uit musea en instellingen die worden geconfronteerd met nalatenschappen van kunstenaars.

 

door Irma van Bommel

 

Het symposium vormde de afsluiting van het project Archief voor de Toekomst dat bkkc had uitgevoerd in samenwerking met de Verbeke Foundation in België. Aan de orde kwam de problematiek rondom de nalatenschap van hedendaagse beeldend kunstenaars. Met name het behoud en beheer van collecties en archieven. Het project omvatte een onderzoek en exposities bij beide instellingen.

 

 

Michiel van Bakel vertelt over Stichting Beheer Kunstwerken Gerrit van Bakel.

foto Anne Stolwijk

 

 

Erfbelasting

Het zal je maar gebeuren. Je vader is beeldend kunstenaar, internationaal bekend. Volkomen onverwacht overlijdt hij en jij zit met de erfenis. En met de erfbelasting. Het overkwam Michiel van Bakel. Hij was achttien toen zijn vader Gerrit van Bakel (1943-1984) veel te jong overleed aan een hartstilstand. Drie kinderen van Gerrit, waaronder Michiel, besloten een stichting op te richten en de collectie in eigen beheer te houden. Gerrit bewaarde alles, zijn atelier was een chaos. De familie nam eerst de tijd om de boel te inventariseren en te documenteren.

De collectie bleek naast objecten van metaal en schilderijen zo’n achthonderd schetsboeken te bevatten. Verscheidene musea en particulieren toonden belangstelling om werk te kopen. De familie hield bij particuliere verzamelaars de boot een beetje af. ‘Je wilt immers dat het werk wordt opgenomen in voor publiek toegankelijke collecties,’ vertelde Van Bakel. De bekende werken Regenboogmachine en Tarimmachine werden aangekocht door TU Eindhoven. Ook Kröller-Müller en Centre Pompidou kochten werken. Met de opbrengst daarvan kon de stichting allerlei zaken regelen en bekostigen.

Het onderbrengen van de collectie in een geschikte, betaalbare ruimte bleek een telkens terugkerend probleem, zowel logistiek als financieel. Diverse keren waren ze genoodzaakt te verhuizen. Voor het behandelen van de materialen, voornamelijk metaal, hebben ze advies ingewonnen. De schetsboeken hebben ze op advies opgeslagen in zuurvrije dozen. Ook werd een luchtontvochtiger aangeschaft. Voor het maken van een website vroegen ze subsidie aan en die hebben ze gekregen. De familie is niet actief met PR bezig, maar krijgt regelmatig verzoeken voor bruiklenen. ‘En een goede website helpt daarbij.’

 

 

Hélène Vandenberghe vertelt over de Estate Philippe Vandenberg. foto Anne Stolwijk

 

 

Stichting

De Vlaamse Hélène Vandenberghe en Stella Lohaus kwamen met een vergelijkbaar verhaal. Ook zij hebben ieder voor zichzelf het wiel moeten uitvinden. Ook zij namen een time-out na het overlijden van hun vader, respectievelijk Philippe Vandenberg (1952-2009) en Bernd Lohaus (1940-2010). Ze hielden in die periode belangstellende kopers op afstand en namen eerst de tijd om in kaart te brengen wat de collectie omvatte. Ook zij kozen ervoor een stichting in het leven te roepen.

Hélène Vandenberghe vertelde dat zij contact had gezocht met externen voor een aantal zaken: het zoeken naar een passende juridische structuur, het inwinnen van advies over beheer en ontsluiting van zowel de kunstcollectie als het archief en het bepalen van de kwaliteit van de kunstwerken. ‘Was het werk wel van internationaal niveau?’ Zodra dat was bevestigd, konden ze stappen zetten. Gelukkig kon het atelier, een voormalige garage, behouden blijven. Na het documenteren van de objecten (18.600 werken!) volgde een reorganisatie, waarbij de familie ernaar streefde de sfeer van het atelier intact te laten. Tekeningen en schilderkunst werden opgeborgen in kasten. Daarna werd het atelier opengesteld voor kunstenaars, curatoren en onderzoekers. ‘Jonge kunstenaars zijn de beste ambassadeurs om de naam van een kunstenaar levend te houden.’ De stichting werkt nu mee aan exposities en publicaties. Er is contact gezocht met een galerie die de verkoop van de werken regelt. ‘De beste werken wil je houden, maar je wilt ook verkopen aan musea.’ Door de verkoop via de vaste galerie bevinden de werken van Philippe Vandenberg zich nu in internationaal gerenommeerde collecties. De Estate Vandenberg, zoals de stichting heet, heeft als hoofddoel ‘het werk op internationaal niveau levend te houden’. Daarnaast wil ze ook andere archieven adviseren.

 

 

Stella Lohaus spreekt over de Bernd Lohaus Stichting. foto Anne van Stolwijk

 

 

Opstellen

Stella Lohaus ondervond een ander, nog niet genoemd probleem. Bij het omschrijven van de beelden en installaties van haar vader constateerde ze dat het benoemen van de materialen en het aantal onderdelen niet voldoende was. Immers, de wijze van opstellen van de verschillende onderdelen maakt wezenlijk deel uit van het kunstwerk. Ze heeft daarom contact gezocht met TRACKS, een samenwerkingsverband van een aantal Vlaamse kunst- en erfgoedinstellingen. TRACKS houdt zich bezig met de zorg voor kunstcollecties en archieven en is vergelijkbaar met de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed in Nederland. TRACKS werkt samen met Packed, een expertisecentrum voor digitaal cultureel erfgoed.

De website www.projecttracks.be die Packed heeft ontwikkeld, biedt een heldere en toegankelijke handreiking aan kunstinstellingen zodat deze zelf zorg kunnen dragen voor hun collectie en archief. Ook worden op de website instellingen genoemd waar advies kan worden ingewonnen. Deze website komt aardig in de richting van wat bkkc voor ogen had met het project Archief voor de Toekomst.

Stella Lohaus gaat samen met TRACKS op zoek naar een (digitale) manier om opstellingsplannen te maken, zodat ook derden een kunstwerk van Bernd Lohaus kunnen installeren.

 

 

Hélène Vandenberghe, Stella Lohaus en Sanne van Bellingen (Packed).

foto Anne van Stolwijk

 

 

JCJ Vanderheyden

Louis Baltussen, senior medewerker behoud en beheer van het Van Abbemuseum in Eindhoven, en destijds bevriend met JCJ Vanderheyden (1928-2012), werd enkele maanden na het overlijden van de kunstenaar door de familie gevraagd om de collectie in kaart te brengen.

Bij leven was er al een stichting opgericht en ook daar was Baltussen al bij betrokken. Nu werkt hij gestaag een dag in de week aan de inventarisatie. ‘Jacques bewaarde alles.’ Zolang hij met de inventarisatie bezig is, wil hij er niets over naar buiten brengen. ‘Ik ben niet bezig met een oeuvrecatalogus,’ vertrouwde hij het publiek toe. Hij heeft met de Rijksdienst voor Kunsthistorische Documentatie (RKD) in Den Haag kunnen afspreken dat het archief te zijner tijd daar naartoe gaat. Eerst dient het archief gescheiden te worden van de collectie.

Belangrijk is om alles te registreren, maar ook om verbanden te leggen: ‘Het gaat uiteindelijk niet om de dia’s, de schetsjes en de vele blaadjes notities, maar om wat er uit te begrijpen is.’ Belangrijke archiefstukken worden gefotografeerd. Stoffen die op den duur schadelijk kunnen zijn zoals plastic, metaal en zuren, worden verwijderd. Dit gebeurt elders. Vervolgens wordt alles in zuurvrije dozen ingepakt. Het archief neemt straks veertien meter plankruimte in beslag.

 

 

Louis Baltussen spreekt over het archief van JCJ Vanderheyden. foto Anne van Stolwijk

 

 

Archieven

De RKD richt zich op documentatie en onderzoek. De dienst beheert zo’n zeshonderd archieven. Daar komen jaarlijks dertig archieven bij. Toch heeft deze stichting slechts twee archivarissen in dienst. ‘Daarom is het van belang dat archieven kant en klaar worden aangeleverd, zoals het geval is bij het archief van JCJ Vanderheyden',  verkondigt Roman Koot. Hij is hoofd publiekszaken en hoofdconservator bibliotheek en buitenlandse kunst. Archieven kunnen als schenking worden aangeboden of in langdurige bruikleen worden gegeven. Voor aankopen is helaas geen geld.

Voor alle duidelijkheid: de RKD neemt alleen archieven aan, geen kunstcollecties. Maar weer wel studies en schetsen. Als een archief wordt aangemeld, volgt eerst een beoordeling. Het archief dient van nationaal belang te zijn. Zodra een archief is geaccepteerd volgt een selectie en worden de objecten opgeborgen in zuurvrije dozen. Dan volgt het inventariseren, zodat informatie voor publiek beschikbaar komt via het internet (RKD Explore). Naast archieven van kunstenaars beheert de RKD archieven van galeries en bijvoorbeeld ook van de Gerrit Rietveld Academie en Zilverfabrikant Helweg.

 

 

Uiterst rechts Rick Vercauteren en op de rug (v.l.r.) Sanne van Bellingen, Stella Lohaus en Hélène Vandenberghe. foto Anne van Stolwijk

 

 

Musea

Musea worden regelmatig benaderd door nabestaanden van beeldend kunstenaars met het verzoek de collectie in zijn geheel onder te brengen. Rick Vercauteren, directeur van Museum Van Bommel van Dam in Venlo en dagvoorzitter tijdens het symposium, vertelt dat de familie zich dan vaak niet voldoende realiseert dat musea niet de capaciteit hebben om volledige collecties over te nemen. Dit geldt zowel voor de opslagruimte als de voor de inventarisatie noodzakelijke menskracht. Er zal dus geselecteerd moeten worden. Vercauteren vat het kernachtig samen: het gaat om capaciteit en kwaliteit.

Hendrik Driessen, directeur van Museum De Pont in Tilburg en gastheer, gaat uitgebreid op de problematiek in. Het werk van een kunstenaar moet passen bij het verzamelbeleid van een museum. En als je weinig middelen hebt, moet je selectief te werk gaan. Bij ieder kunstwerk dat je verwerft, moet je je afvragen of het representatief is voor het werk van de kunstenaar. ‘Is dit wat ik wil hebben? Zit daar alles in?’

‘Het is beter om bij leven al werken van een kunstenaar op te nemen in de collectie en niet pas na overlijden,’ vindt Driessen. Je kunt dan via de kunstenaar aan gegevens komen die behoud en beheer vereenvoudigen, zoals de titel en de omschrijving van het werk, met welke materialen het opgebouwd is, waar andere kunstwerken zich bevinden en de waarde van de werken. Ook kun je de kunstenaar vragen hoe hij denkt over restauratie. Mogen onderdelen worden vervangen of moeten de oorspronkelijke materialen bewaard blijven?

Musea hebben een beperkt budget voor aankopen. Maar schenken is ook een optie. Nederland kent een goede regeling die belastingvoordeel biedt. Driessen besloot zijn betoog met: ‘Er is veel kunst. En er zijn maar weinig openbare collecties om de kunst te tonen.’

Bart De Baere, directeur van het Museum voor Hedendaagse Kunst Antwerpen, beaamt dat niet alles behouden kan blijven. Volgens hem is het van belang dat de kern van een oeuvre – de sleutelstukken – maar ook het archief in het publieke domein terecht komen, zodat er tentoonstellingen gemaakt kunnen worden. Voor iedere kunstenaar is de situatie anders en per kunstenaar zal er naar een passende oplossing gekeken moeten worden.

 

 

Gerrit van Bakel, expositie Archief voor de Toekomst, Verbeke Foundation.

foto Tineke Schuurmans

 

 

Materialen

Speciaal met betrekking tot behoud en beheer van moderne kunst is in 1995 door een aantal Nederlandse musea met een grote collectie moderne kunst de Stichting Behoud Moderne Kunst (SBMK) opgericht. Het doel is om kennis te vergaren en kennis te delen over bijvoorbeeld vergankelijkheid van materialen, maar ook over verouderde systemen zoals bij mediakunst. Zo worden videobanden overgezet op digitale systemen.

Paulien ’t Hoen, coördinator van SBMK, vertelde dat er ook studiedagen met kunstenaars worden georganiseerd waar bijvoorbeeld de problematiek van de afbraak van kunststoffen wordt besproken. En of je bij restaureren gebruikssporen moet laten zien of dat je het kunstwerk terugbrengt tot de staat zoals het oorspronkelijk was bedoeld.

 

 

Gerrit van Bakel, expositie Archief voor de Toekomst, Verbeke Foundation.

foto Tineke Schuurmans

 

 

e-book

In september verschijnt bij bkkc een digitale publicatie over het project Archief voor de Toekomst, een leidraad waar veel belanghebbenden van kunnen profiteren. Er is gekozen voor een digitale vorm omdat je daarmee gegevens up-to-date kunt houden. De handreiking is gebaseerd op dertig interviews en de resultaten van een grootschalig onderzoek uitgevoerd door studenten van de Reinwardt Academie en de Universiteit van Tilburg. Een onderzoek over behoud en beheer van nalatenschappen van hedendaagse beeldend kunstenaars en de waardebepaling van kunstwerken. Er is een enquête verstuurd naar 750 beeldend kunstenaars.

Volgens Bas Veldhuizen, projectleider bij bkkc, blijkt uit die enquête dat het veel kunstenaars niet lijkt uit te maken wat er na hun dood met hun werk gebeurt. Maar daarmee zadelen zij de nabestaanden met een probleem op. Wat kunstenaars zelf kunnen doen is hun eigen werk registreren. Dat kan eenvoudig met een Excel-bestand. Ook kunnen zij een testament opstellen en aangeven wat er met de collectie moet gebeuren. In 2016 wordt er een bijeenkomst georganiseerd over behoud en beheer van collecties speciaal voor beeldend kunstenaars. Bas Veldhuizen besluit met: ‘Erfgoed ontstaat pas door selectie.’