INHOUD KLAPPENDE PAPEGAAI

CUBRA HOME

HPM HOME

 

Bron:

Kroniek van de Kempen 1999 - Rubriek Van Zingen en Speule, door Harrie Franken.

 

J.W.F. Werumeus Buning

Ballade van den groenen papegaai 

W.J. van Zeggelen

Hulda's papegaai 

Joseph Sadones

De vaderliefde vertoond door de klappende papegaai 

Volksliedje

De papegaai van Dikke Kaa 

Claude Bretin

Le Perroquet 

Volksliedje

De Schoorsteenveger en de papegaai 

Krantenbericht uit 1898

Papegaai als getuige

 

ROZALIA HET VERWORPEN KIND

de wereld is een treurtoneel
vervuld met allerlei gevallen
den een die heeft een erfdeel
den andere niet met allen

zelfs kinderen van een huwelijk
ja uit het echtebed gesproten
het een wordt arm en de andere rijk
't een goed bemind 't andere verstoten

dit blijkt uit Rozalia
waarvan ik dit liedje zingen
haar leven schier zonder weerga
baart iedereen voor wonderlingen

 

Ill.: Kroniek van de Kempen 1999

het geval is zeer zonderling
zij en haar enige broeder
die waren enen tweeling
van enen dracht ener moeder

Rozalia werd uitgedaan
en moest haar moeder derven
haar broeder mocht dit alleen ontgaan
welk de zaak van zijn bederven

hij werd te zeer en te zot bemind
hij was altijd in moeders ogen
Rozalia het verworpen kind
had aan haar moeder nooit gezogen

als zij thuis bij haar moeder kwam
en daar bleef bij haar broeder
zo daar alzo elk klaar vernam
verworpeling bij zijne moeder

den zoon kreeg alles naar zijn lust
Rozalia stoten en slagen
moest werken en slaven zonder rust
gepest verdrukt dagen en nachten

als zij was zeventien jaren oud
en ziende geen troost te hopen
is van haar moeders huis benauwd
wel twintig uren wijd gelopen

een rijken heer een weduwnaar
die nam zij om bij hem te wonen
zij leefden deugdzaam bij elkaar
den heer die had twee zonen

den enen die was priester gewijd
door deugd zijns vaders huis vermeer
den jongsten was voor enen tijd
in holland bij de handelaren

Rozalia's meester en heer
nam zijn vermaken en plezieren
ja hij beminde wonderteer
de rare schone pluimgedieren

kanarievogels en papegaai
die Rozalia 's avonds en 's morgens
met zoveel opmerking net en fraai
voor haar meester moest bezorgen

Rozalia had ruim eenjaar
gewoond met lof en ere
als zij kwam een wonderbaar
een papegaai deez' woorden leren

om uit haar hart te bannen nijd
wegens haar moeder en haar broeder
leerde ze hem roepen altijd
Rozalia bemint uw moeder

hoe menigmaal beklaagde zij
dan haar moeder haar kwam baten
nochtans met hartzeer en lij
omdat zij haar moeder had verlaten

wanneer zij was mismoedig van geest
sprak zij moeder was nooit mijn voedster
als zij hoorde van dit beest
Rozalia bemint uw moeder

naar zij vier jaren was het land
en haar verdrukking ontlopen
haar broeder groot de deugd niet groot
deed al zijn moeders goed verkopen

door drinken schinken dag en nacht
had hij gemaakt schuld boven mate
stak hem al 't was oneindig gebracht
onder de pruisensoldaten

de moeder arm en zonder goed
welk nacht wenst geen troost te vinden
een mens die is in tegenspoed
is weinig geacht heeft geen vrienden

zij ging nog smeken haren zoon
schoon dat hij was onder de soldaten
die voor haar liefde tot een loon
had in armoede haar verlaten

zij kwam tot Maastricht in de stad
waar Rozalia haar dochter woonde
aan 't rijke huis om een aalmoes bad
Rozalia haar niet aanziende

riep god help u onbekend
den hemel wil zijn uw behoeder
de papegaai riep fraai en goed
Rozalia bemint uw moeder

de armoede van rouw
sprak wilt mij u jonst tonen
ik ben een verdwaalde droevige vrouw
help mij den hemel zal u lonen

geef iets om gods wil kan niet vergaan
bij gebrek aan lichaamsvoeder
den papegaai riep altijd aan
Rozalia bemin uw moeder

Rozalia zich opgebeurd
onbekend haar de moeder vinden
zij was nauwelijks aan de deur
als zij de moeder kende

zij vloog haar aan den hals gezwind
riep uit ik zal uw tranen stelpen
ik ben Rozalia het verworpen kind
vertroost u ik zal u helpen

de moeder riep zijt gij mijn kind
dat ik eertijds heb misdreven
dat ik te weinig heb bemind
Rozalia riep het is al vergeven

en vergeten dat ik heb onderstaan
zo aan moeder als aan broeder
den papegaai riep onbelang
Rozalia bemint uw moeder

den zoon van 't huis uit holland
was arriveerde voor enige dagen
stond om de liefde met verstand
van deez' dochter geheel verslagen

hij sprak o deugdzaam jonge vrouw
zo groot edelmoedig van zinnen
gij mint uw moeder schenk mij uw trouw
want gij zult uwen man beminnen

hij sprak met een bedaard gemoed
zou het aan uw vader behagen
weet dat ik ben te arm van goed
om u mijn liefde op te dragen

den vader sprak ge hebt mij bemind
getrouwelijk vier volle jaren
ik schenk u mijn zoon en voor mijn kind
god geef hun zegen en wel varend

zij kwam met hem in het huwelijk
haar heer en meester werd haar vader
zij is een vrouw ja machtig rijk
haar moeder woont met hen te gaarder

Rozalia om hare deugd
beminde god haar albehoeder
leert uit dit liedje jonge jeugd
bemint uw vader en uw moeder

 


Harrie Franken:

Het lied gaat terug op een lied van de Vlaamse lieddichter en
-zanger Joseph Sadones, die leefde van 1755 tot 1816. De titel
van zijn lied luidt: De vaderliefde vertoond door de klappende
papegaai (zie D. Wouters; Van avontuur en minne, Utrecht
1943, blz 67). Hier neemt de verstoten zoon Georgius, in West-
Indië rijk geworden, zijn vader liefdevol op, nadat die door zijn
verwende, rijke, maar meedogenloze broer van zijn deur is ver-
jaagd.

Dit volksverhaal in liedvorm werd mij voorgezongen door
Antonia Marijnissen-de Bruin te Zundert. Hoewel het duidelijk
is, dat de strofen achtregelig behoren te zijn, heb ik ze toch in
deze vierregelige vorm uit haar liedschrift overgenomen, omdat
op deze manier de psalmachtige melodie het beste bij de strofen
aansluit. Ook Anna Stuyts te Sprundel zong het lied op eenzelf-
de psalmmelodie.
Door de overlevering zijn er nogal wat corrupte gedeelten in het
lied geslopen. Bij Jan Bols {Honderd oude Vlaamsche liederen,
Namen 1897, blz. 119) vond ik een oudere optekening uit
Alsemberg. Door deze optekening kon ik de foutief overgele-
verde gedeelten verklaren. Die gedeelten laat ik hier volgen,
daarbij strofe en regel aangevend.


3,4 baart iedereen voor wonderlingen = baart iedereen
verwonderinge
4,4 van enen dracht ener moeder = van eender dracht en
eender moeder
5.2 en moest haar moeder derven = en moest haar moe-
ders borsten derven
5.3 haar broeder mocht dit alleen ontgaan = haar broeder
mocht dit alleen ontvaan
5.4 welk de zaak van zijn bederven = welk de oorzaak was
van zijn bederven
7.3 zo daar alzo elk klaar vernam = zij was, alzo elk klaar
vernam
7.4 verworpeling bij zijne moeder = verworpeling van
hare moeder
10,2 die nam zij om bij hem te wonen = die nam haar om
bij hem te wonen
11.2 door deugd zijns vaders huis vermeer = door deugd
zijns vaders faam vermeerde
14.2 als zij kwam een wonderbaar = als zij kwam zoet en
wonderbaar
16.2 dan haar moeder haar kwam baten = dat hare moeder
haar zo haatte
18.1 naar zij vier jaren was het land = nadat zij vier jaren
was uit 't land
18.3 haar broeder groot de deugd niet groot = haar broeder,
grote débauchant (= slemper)
19,3 stak hem al 't was oneindig gebracht = stak hem, als
't al was opgebrast
20.2 welk nacht wenst geen troost te vinden = die kon noch
wist geen troost te vinden
24,1 de armoede van rouw = die arme moeder vol rouw
25,1 geef iets om gods wil kan niet vergaan = geef iets ik
kan niet verder gaan
26.1 Rozalia zich opgebeurd = Rozalia op dat getreur
26.2 onbekend haar de moeder vinden = zich onbekend
naar de moeder wendde
29.1 den papegaai riep onbelang = de papegaai riep altijd
aan
30.1 den zoon van 't huis uit holland = de zoon van 't huis
die uit Holland
30.2 was arriveerde voor enige dagen = was gearriveerd
voor enige dagen
30.3 stond om de liefde met verstand = stond om de liefde
en groot verstand
33.3 ik schenk u mijn zoon en voor mijn kind = 'k schenk u
mijn zoon, word mijn kind
33.4 god geef hun zegen en wel varend = god geve u zegen
en welvaren

Liedblad: Geheugen van Nederland

Liedblad: Geheugen van Nederland