INHOUD ZUINIGHEID
INHOUD LEED
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
INTERVIEWS
SPECIAAL

Print Pagina


Zuinigheid van vroeger - Reacties
Stuur ons uw bijdrage aan dit woordenboek via leed@brabantsdagblad.nl

HET WOORDENBOEK VAN DE ZUINIGHEID
In dit woordenboek zijn de onderdelen van alle bijdragen geordend op trefwoord

Vernieuwd op 9 februari

Trefwoord

Bericht en inzender

Aanlengen

Helaas waren in de oorlogsjaren wij consumenten niet de enigen die probeerden het hoofd met zuinigheid boven water te houden. Ook de melkboeren waren daar dikwijls toe geneigd, en evenzo de winkeliers die vloeibare spullen verkochten in flessen die ze zelf uit grote mandflessen of blikken navulden - want voorverpakte artikelen waren er nog maar weinig toen. Azijn, vloeibare zeep, bleekwater, limonadesiroop, gom, brandewijn of behangselplak: veel daarvan kon je best met water wat aanlengen, en een paar procent verdunning had je als klant niet zo gauw in de gaten. [Ed Dalderop]

Wanneer we, eenmaal per jaar, met het hele gezin een dagje naar de Bedafse Bergen gingen als uitstapje, namen we een flesje onverdunde azijn en suiker mee. Water was overal te krijgen, en wanneer de mengverhouding goed was, hadden we heerlijke limonade. [Rini de Groot]

Zie Melk

Zie Karnemelk

Aardappelen

Varkensaardappeltjes, dat waren de kleine aardappeltjes waarvan er aan iedere bos die gestoken werd wel enkele aanhingen. Die werden dan met schil en al gekookt voor de varkens, maar wij vonden ze ook lekker, en ook thuis werden soms de varkensaardappeltjes ingekocht, maar dan niet voor de varkens, maar voor de normale maaltijd. Maar ook toen waren wij al varkens van jong. [Elie van Schilt]

De aardappelen werden tot tegen de winter geschrapt. Rimpelig of niet. [Els de Goede]

Aardappelschillen kenden we bijna niet want volgens mij werden de piepers alleen maar gewassen. Mijn vader zei altijd, als ze aan je vragen 'Wè hedde gullie vandaog gegete?' dan zeg je maar, 'scharrepap mee paolingpóótjes'. Ze weten dan niet wat je bedoeld maar het klinkt wel indrukwekkend. [Jan Schellekens]

Afdankers

Tot dan droeg ik steeds de afdankers van mijn grotere broers, soms nog
redelijk omdat ze eruit waren gegroeid, maar ook vaak al heel wat keren
gewassen en versteld. [Elie van Schilt]

De  'afdankertjes' kenden wij ook. Ik was 18 (!)  toen ik mijn eerste eigen jas mocht kopen. [A. Andrean-Schalken]

KLIK HIER VOOR EEN GEDICHT IN HET DIALECT VAN DORA VAN DER PAS-DE HAAS

Afdragen

Eenmaal in de week wassen met een keteltje warm water en dan mocht je je ook verschonen. Je onderbroek draaide je iedere dag om bij wijze van spreken. [Marijke de Wit]

Toen we klein waren mochten we iedere zaterdag in de teil op de wasbok in de keuken. Natuurlijk allemaal wel in hetzelfde water!!! [Marijke de Wit]

Kleding van oudere broers of zussen afdragen. ‘Hij of zij groeit er wel in.’ Heel gewoon. Wanneer dan zo’n jas wat erg ruim zat, werden de knopen verderop gezet. Ik moest bijvoorbeeld een jas van een oudere broer aan, die ik ongeveer onder mijn rechterarm moest dichtknopen. [Th. van Rooij]

Niet één rok afdragen moest ik, nee, jarenlang alle kleren van de twee
zussen boven mij. Mijn moeder naaide ze zelf, met een dubbele zoom en een reservestuk aan het lijfje, zodat dat nog uitgelegd kon worden. Daartoe waren ook alle naden extra breed. Bovendien was het voordeliger om 3 dezelfde jurken of jasjes te maken. Wat was ik trots op elke echt nieuwe jurk... het eerste jaar. Na 4 jaar in hetzelfde patroontje was dat wel over! En wat droegen mijn 3 zonen: de kleren van hun neven en broertjes... met knielappen of afgeknipte mouwen. Mijn echtgenoot kreeg elleboogstukken en gekeerde kragen, uiteraard. Keerzijde: wat was het geweldig een zak gedragen kleren te oogsten en voor jezelf een nieuwe stijl te ontdekken! [Rees Versteden]

Het woord afdragen was in een gezin met 7 jongens en één meisje een normaal begrip. Toen onze vader in verband met het broodnodige vervoer eens over een andere auto sprak, zag mijn broertje van een jaar of 7 zijn kans schoon en vroeg hem: "Mag ik nu de auto afdragen?" [Eric de Pont]

Mijn moeder maakt zelf onze kleding. Als er nu een aantal jongens in een gezin zijn valt het nog wel mee. Dan kan er doorgeschoven worden maar als enige zoon is dat anders. Ik had bijvoorbeeld een `windjack` van de dikke stof van een overjas van mijn vader. Dat ding hoefde ik nooit op te hangen maar kon ik gewoon in de hoek zetten. In ieder geval was het winddicht. [Jan Schellekens]

Natuurlijk moest ik ook kleding die al een hele reis door de tijd en door de hele familie had gemaakt dragen. Een tante had voor haar uitgebreide kroost Ivanhoe-truien gebreid.Ze was er heel trots op. Eerst zakten de wollen truien haar rijtje kinderen af om dan de onze te verwarmen. Als jongste droeg ik de truien toen Ivanhoe al lang met pensioen was, maar gelukkig was Floris het helemaal voor mij en dat zat toch ook een beetje in die sfeer. Al was ik het later een beetje zat, ze zaten lekker. [Selma Kromhout]

Appels

De mooie handappels gingen naar de zolder en werden daar op kranten uitgelegd. Als je een appel wilde moest je eerst de appels nemen met een rot plekje. Zodoende at je dus nooit gave appels. Van de "raapappels" werd appelmoes gemaakt. De "plukappels" werden geschild en met de appelboor uitgeboord, daarna aangeregen aan touwtjes en vervolgens gedroogd. Deze gedroogde appels waren voor de Tutti Fruttiy. [A. Janssen]

Het toetje bestond steevast uit maïzenapudding met meestal appelmoes van appels uit eigen tuin, en als de bessen of bramen rijp waren, kreeg je deze erbij. [Leny van Engelen]

WINTER 1943: Speelkwartier op de Boerenschool. Snel naar buiten de speelplaats op, zoeken naar een van de boerenzoons, om in elk geval voor even vriendschap te sluiten. Zij waren het die in de wintermaanden het ons ontberende fruit bij zich hadden. Terwijl hij zijn eerste beet in de appel deed had ik me al verzekerd van het restant, de kroos oftewel het klokkenhuis. [Harrie van Dijk]

Asperine

Zelfs een asperine werd nog per stuk verkocht en het was maar heel gewoon als iemand bij een kruidenier één asperine kwam kopen. [Elie van Schilt]

B.H.

Borstvorming kreeg ik al vroeg en dan mocht ik een B.H. van mijn grote zus aan. Nu ja, veel te groot natuurlijk. [Marijke de Wit]

Bad

In de jaren ' 60 toen wij thuis nog geen douche hadden, werd er nog in de teil gegaan en heus niet iedere dag. Ik als oudste mocht vaak als eerste in de teil en als ik klaar was, werd er wat warm water bij gedaan en was mijn jongere broer aan de beurt. Wij hadden geluk dat we maar met z'n tweeën waren, want in grotere gezinnen gingen er wel meer achter elkaar in het zelfde water. Dus over zuinigheid gesproken, dat kun je je vandaag de dag niet meer voorstellen. [Joanne Verbeek]

Na elkaar in dezelfde teil water. Met loting of dobbelsteen werd de volgorde bepaald. Het water werd éénmaal bijgewarmd met een ketel warm water. [Els de Goede]

Zoals bij de meesten in onze buurt: vrijdag- of zaterdagavond in de zinken teil in de keuken bij de kachel, water koken op het gasstel of op de kachel, de kleinste eerst en dan maar bijvullen. Als ma en pa aan de beurt waren, ging de deur op slot. Het water werd nog gebruikt om de was alvast in te weken voor "maandag-wasdag". Nog steeds vind ik het zonde, om bruikbaar water weg te gooien, maar dan niet vanwege zuinigheid maar vanwege het milieu. Het douchewater opvangen, ook om was in te weken of WC te spoelen, hoewel daar tegenwoordig een spoeler op zit, zelfs het condenswater van de CV-ketel wordt opgevangen, en is prima om planten water te geven. Anderen verklaren me voor gek, maar mij geeft het een goed gevoel, dus doe ik het lekker toch ! [W. Heefer - v.d. Molengraft]

Wij woonden in Boxtel voorbij de brug op de Eindhovenseweg. Dat betekende: geen gas, geen water en geen riolering. Gelukkig hadden wij een goede pomp, die altijd (ijskoud) water gaf. Het wekelijkse badritueel hield het volgende in. Eerst moest er voldoende water gepompt worden, waarmee het fornuis in onze bakkerij werd gevuld. Daaronder werd dan een vuurtje gestookt, tot het water warm genoeg was. Vervolgens ging dat in een grote teil. Omdat ik de oudste was moest ik alle meisjes van ons gezin daarin wassen. Juist: allemaal in hetzelfde water. Als zeep werd sunlight, later Palmolive of Lux gebruikt. Na afloop zaten we allemaal in onze nachtjapon in de huiskamer. In de winter had dit ritueel plaats in onze grote keuken, omdat de bakkerij dan te koud was! Door de week moesten we ons gewoon buiten aan de pomp wassen. Er was nog iets waar onze moeder heel zuinig op was: Mijn enige broer heb ik nooit in bad gedaan. Ik kan me niet herinneren, dat ik ooit zijn piemeltje heb gezien! [Peet van der Horst]

Als het water warm was, werden er 2 stoelen tegenover elkaar gezet en daar kwam dan de zinken teil op te staan en gevuld met warm water. Eerst gingen daar de kleintjes in, de haren werden gewassen met groene zeep, waarna het hele lijfje werd ingesopt dan kreeg hij of zij een emmer schoon water over zijn hoofdje uitgestort en was hij schoon. Dan waren de grotere aan de beurt, maar deze moesten wel de onderbroek aan houden. 's Zomers ging het anders: als het mooi weer was nam mijn vader de hele club mee naar "De Wiel" en werden we op het eind van de loopplank ingezeept en kregen we een duwtje, zo waren we dan ook schoon en hadden ze er thuis niet zoveel moeite mee. [Leny van Engelen]

Samen in bad gingen we niet vaak, maar ik herinner me nog heel goed de zinken teil in de keuken. Op twee keukenstoelen. Om de beurt erin, en regelmatig een keteltje warm water erbij. Wat wel fijn was als je ongeveer als laatste in de teil stapte. Als we allemaal klaar waren, ging er dikwijls wat waspoeder in en werden er meteen nog wat truien in gewassen, of de sokken. ’s Zomers ging de teil dan nog vaak naar buiten om er de broedhokjes van mijn vaders vogels in schoon te schrobben. [Nellie Postelmans]

In ons gezin met 8 kinderen zonder douche in huis, gingen wij één keer per week in bad. Dat gebeurde in de teil in de keuken waar wij om beurten in gingen tot ± 4 of 5 personen. Als het water te koud werd deed moeder er nieuw water bij. Hierbij gebeurde het ook wel eens dat een van de kinderen in het bad geplast had. Dat was geen beletsel om de volgende er toch in te zetten. Andere pijnlijke situaties deden zich voor dat als je in bad zat er toevallig net een buurjongetje, of erger nog, een buurmeisje achterom de keuken binnenkwam. [AV]

Baden was er niet bij [op het noviciaat bij de fraters]. Eenmaal in de week mocht je je wassen in je chambrette met koud water en een washandje. Wel mochten 2 keer per week de voeten gewassen worden, dit keer met warm water in het zgn. voetenwaslokaal. [Jan van Son]

Zie ook Water

Badpak Mijn tante haalde in de oorlog haar badpak uit, en breide van de wol truitjes voor ons. [Fr. v. Hooft]
Ik ben in 1937 geboren en had twee zussen die resp. 10 en 12 jaar ouder waren dan ik. Na de oorlog, ik weet niet meer precies wanneer, wilden die meisjes graag gaan zwemmen maar ze waren intussen een flink eind gegroeid dus pasten ze in ieder geval in de lengte niet meer in hun badpakken. Om lengte te winnen knipten ze die badpakjes in het midden door, haakten de randen van het ontstane broekje en bovenstukje om. Omdat een tweedelig badpak wat te pikant was, werden die twee stukken weer met "stokjes" aan elkaar gehaakt, en zo was iedereen weer tevreden. Mijn badpakje was intussen door de motten aangevreten en dat werd opgelost door het hele pakje letterlijk vol te borduren met hartjes, bloemen, zonnetjes, beestjes etc., allemaal van restjes wol. In mijn herinnering was het heel erg mooi geworden en ik had dan ook veel bekijks van de badgasten op Het Baksche Ven. [Mies Diks]
Zie ook Zwempak

Bakken

Als mijn moeder aardappels bakte, legde ze het margarinepapiertje over de aardappels, zodat de boter tot de laatste restjes werd opgebruikt! [Marijke de Wit]

Baksteen

In de keuken hadden wij een potkacheltje waarop we, voor we naar bed gingen, een baksteen mochten opwarmen, en deze werd later in een krant gepakt. We namen deze dan als kruik mee naar bed. [Marijke de Wit]

Een warme steen als kruik. [Dhr. De Goede]

Balkenbrij

Met kerstmis aten we balkenbrij en maakten we kerststerren van opgespaard zilverpapier. [Liesbeth de Nijs]

Zie Inmaken

Zie de Varkenspagina's op CuBra: KLIK HIER

Zie het recept van Koos Manders: KLIK HIER

Zie het recept van Riet Schipperheijn: KLIK HIER

Belasting

Mijn moeder had een fiets en ook mijn vader, maar heel lang hebben ze het toen gedaan met een fietsplaatje. Dat was toen een belasting op de fiets en het plaatje koste een paar gulden per jaar, maar moeder deed dan waar ze de fiets voor nodig had, in de tijd dat pa zijn fiets thuis stond. [Elie van Schilt]

Beleg

Bij elke broodmaaltijd mocht je een boterham hartig, een boterham zoet en dan slechts een boterham met tevredenheid. Toen zij dat de eerste keer aan mij mededeelde tijdens het ontbijt wist ik niet wat zij bedoelde. Van thuis uit kende ik dit fenomeen niet, hetgeen tante Wies verbaasde. Zij legde mij uit dat vanaf de derde boterham, er geen beleg meer op mocht. [Han van Meegeren]

De dubbele boterhammen met enkel beleg. [Elie van Schilt]

We kwamen niets tekort, maar het was wel gebruikelijk om met een gekookt ei, je hele brood op te eten. [Elie van Schilt]

Zo ook een halve haring bij je brood, dat waren gewone dingen die we ook als vanzelfsprekend aanvaarden. [Elie van Schilt]

Vader was "meester" in het doorslaan van een gekookt ei (met in elke helft evenveel dooier) dat we dan moesten opeten met 4 sneden brood. [Riet Schipperheijn]

Bij ons thuis was het woord "schuifkaas" een normaal begrip al heb ik het product nooit op. Kaas was altijd al een duur product en het verhaal ging in het gezin dat onze vader ook zo zuinig was dat hij schuifkaas op zijn brood deed. Dit was een schijfje kaas dat van voren smal was en van achteren dikker zodat het eruit zag als een spie. Het liep dus taps toe. Je behoorde de kaas op een dubbele snee, dus een boterham te leggen met de dikke zijde naar voren. Als je hapte dan gleed de kaas door zijn vorm naar voren en at je dus enkel brood. Als de kaas in z'n geheel naar voren geschoven was en je de boterham zonder iets op had, dan legde je de kaas op een volgende boterham en begon van voren af aan. [Eric de Pont]

Begin jaren vijftig ... De boterham was altijd vele malen groter dan het stukje kaas. Wij gingen dan als volgt te werk: het onbedekte stukje brood eerst opeten, het stukje kaas een eindje opschuiven enz. enz. Ten slotte was de boterham op en had je het stukje schuifkaas over: heerlijk was dat. [Coby van den Bout]

Vier sneden brood met een halve haring waren op vrijdag niet alleen heel gewoon, maar ook erg lekker. Ook een half ei was genoeg voor vier sneetjes. [AV]

Als mijn zus dan de boterhammen die wij mee naar het werk namen belegde, sneed ze het beleg in reepjes en drapeerde het dan zodanig dat het aan alle kanten ruim uitstak, maar in het midden zat nooit iets. [J. Gevers]

Zie Brood

Zie Broodbelegsel

Beschuit Zie Luiwijvenpap

Bestrating

De asla van de kolenkachel, buiten uitgestrooid om d"n dam te verharden, en de halfopgebrande kolen werden weer opgeraapt en in de kachel gedaan. [W. van Delft]

Ja wij hadden een stenen vloer in de berging (toen nog ' ut schop ' genoemd) en ook een verhard tuinpad, maar dat was echt geen sierbestrating, Het waren ook weer stukken steen afkomstig van de sloop die daarvoor werden gebruikt. [Elie van Schilt]

Sintels uit de kolenkachel werden gezeefd en de half opgebrande kolen werden weer in de kachel gegooid. De sintels werden gebruikt om het looppad te verharden. [Liesbeth de Nijs]

Bloedworst

Zie inmaken

Bloktrappers

Op een kinderfiets met bloktrappers heb ik eveneens gereden en als ik daarvoor te groot was werd dit fietsje weer naar de volgende doorgeschoven. [Marijke de Wit]

Blokken op je trappers: de blokkentrappers van m'n kleine fiets gingen soms sneller dan mijn korte beentjes en dan sloegen die blokken zo lekker achter tegen je benen aan. [W. van Delft]

Eerst blokken dus, maar die hielpen niet genoeg... pas na een jaar kon ik met, en na drie jaar zonder blokken fietsen. Pas op mijn 18e was ik er 'uitgegroeid'. [Rees Versteden]

Mijn vader had eens een fiets gewonnen.Daar moest ik het met nog twee zusjes mee doen. Een geschenk uit de hemel trouwens, anders hadden we er helemààl geen gehad! U schreef over de vernederende  houten "bloktrappers" Maar dat was echt niet zo hoor! Ze hoorden er gewoon op, dan kon je tenminste fietsen. [A. Andrean-Schalken]

Een kinderfiets met blokken aan de trappers, was niet vernederend, hoe komt U erbij. Iedereen was al lang blij \als hij een fiets had. Het was toen geen wegwerpmaatschappij, zoals heden ten dage. Ook zie ik nog altijd dat in de families fietsen doorgegeven worden aan kinderen van familie of vrienden. Ik zie trouwens niet in, wat hier voor vernederends aan is. [J.M.Loenen]

Boek

Voor zijn [mijn vaders] verjaardag kocht ik het boek ‘0-8-15’ van Hans Helmut Kirst, een oorlogsboek waar hij erg blij mee was. Toen ik een week later thuis kwam lagen er twee dezelfde boeken op zijn  rooktafeltje. Wat bleek, hij vond het zonde om het boek te lezen dat hij van mij gekregen had en leende bij de bieb hetzelfde boek en las dat. Ik vond dat zeer aandoenlijk. [Liesbeth de Nijs]

Boekdruk In 1946, toen het gebrek aan papier veel geleerde publicaties verhinderde,
en veel studenten ook het studeren moeilijk maakte, verzon professor Van den Berg een list [...] om in een boek van dezelfde omvang het dubbele af te drukken van wat gangbaar was. En dat niet door een kleinere letter of zoiets, maar door gebruik te maken van de witregel die immers tussen de gedrukte regels "ongebruikt overblijft". Hij stelde voor om het boek als het vol was, om te keren, en dan in rode letters de tweede helft van de tekst tussen de zwarte regels af te drukken. Een typograaf zal ervan gruwen, maar Van den Berg vond dat men in moeilijke tijden wel wat comfort mocht inleveren. De lezer dan. [Ed Dalderop]
Borrelglas Mijn grootvader was erg aan zijn borreltje gehecht. Toen het voetje van het glaasje brak, maakte hij er ’n houten garenklosje aan. Dat was wel zuinig, denk ik, maar ook creatief. Mijn vader heeft hetzelfde met een borrelglaasje gedaan en dat is nog bij mijn zus in de kast. [J. Janssen -Timmermans]

Borstrok

De versleten hemden en borstrokken: daar werden de rechte stukken uitgeknipt, omgezoomd, en je had weer een schone "schotteldoek" [W. van Delft]

Boter

Als mijn moeder aardappels bakte legde ze het margarinepapiertje over de aardappels, zodat de boter tot de laatste restjes werd opgebruikt! [Marijke de Wit]
Als mijn moeder [in de oorlogsjaren] het brood smeerde, deed ze dat zo dun en krabde ze met het mes zo hard over het brood dat de boter – zo zeiden we – nooit opraakte, omdat ze de meegevoerde broodkruimels weer afsmeerde in de botervloot. [J. Gevers]

Vanwege de schaarste van boter maar ook omdat er niet altijd geld voor was, mochten wij kinderen, zelf niet smeren. Dus werden de boterhammen normaal door ons moeder gesmeerd. Door zuinig te zijn kwam zij meestal net toe. Ons vader was nog zuiniger, hij hield steeds boter over. Vader smeerde net zo lang tot de boter er weer af was en samen met een laagje broodkruimels ging het terug in de botervloot. [Harrie van Dijk]

Bij het ontbijt en de avondmaaltijd [op de kweekschool van de fraters] kregen we per 4 personen een pakje margarine. Daar moesten we 3 dagen mee doen. Als er een nieuw pak boter op tafel verscheen werd dat onmiddellijk in 4 gelijke stukken verdeeld. Je zorgde er wel voor dat je eigen stuk op een bepaalde manier gemerkt was als de maaltijd voorbij was. Zo liep je niet de kans om bij de volgende maaltijd opgescheept te worden met een kleiner stukje van een al te royaal consumerende tafelgenoot. [Jan van Son]

In die tijd kwamen ook de halvarines in de mode. Mijn moeder vond dat pure onzin. Halvarine kon ze ook zelf wel maken. Met neme gewone margarine en een flinke scheut lang houdbare melk. Mix het door elkaar. De kledder viel al van mijn mes af voor mijn boterham bereikt was. Het brood om mee te nemen naar school zwom tegen lunchtijd gewoon het zakje uit. Lang heeft deze zuinigheid niet geduurd. Onder protest van haar vijf kinderen werd deze innovatie gauw in het vergeethoekje gestopt. [Selma Kromhout]

Botersaus

Ons moeder hield erg van vleessaus en ze zorgde dus dat ze bij het vleesbraden altijd nog overhield voor de volgende dag. Maar als dat op was, was botersaus altijd een goede vervanger geweest. Alleen: ook de toewijzing van boter en vetten minderde [gedurende de oorlogsjaren] in snel tempo. Eerst werd het dus saus van margarine, maar gaandeweg wel van steeds minder margarine. Gebakken uien werden het toen, want dat kon met heel weinig vet, en al snel kwamen er sausvervangers. ‘Butaroma" was de merknaam van dat eenheidsspul, dat zo te proeven goeddeels uit aardappelmeel bestond maar kennelijk op smaak gebracht was met zout, juspoeder of boterzuurpreparaten. Het smaakte niet eens gek, en het bracht mensen op ideeën van kruidentoevoegingen die we vroeger niet gekend hadden. Specerijen als peper, nootmuskaat of kaneel kon je allang niet meer krijgen, maar net als voor soep gingen we inplaats daarvan allerlei zelfgeplukte spullen plukken of uitproberen. Het "Voorlichtingsbureau voor de voeding" hield niet op de lof te zingen van brandnetel en kruizemunt, of van prei, zuring, thijm en salie; en soms waren daar werkelijk best lekkere ideeën bij. En met éen ei ( en daar hadden we zelf een paar kippen voor) kon je een hele kom saus opgefleurd krijgen. Nog lang hebben we ook ná de oorlog, toen alles langzamerhand weer veel beter te krijgen was, ettelijke van die recepten-van-toen in ere gehouden. Al was het maar omdat het voor een groot gezin ook toen best voordeel opleverde, toen iedere cent telde. [Ed Dalderop]

Brandnetel

Brandnetelbladeren daar werd stamp van gemaakt. [Elie van Schilt]

Broek

Van mijn vaders broeken werd weer een lange broek gemaakt voor de meisjes en ik was ook vaak de gelukkige! [Marijke de Wit]

Ik herinner me nog heel goed, dat mijn moeder van een oude paardendeken lange broeken liet maken voor mijn zusje en mij. Het voelde verschrikkelijk, dat ruwe goed tegen je blote benen, het schuurde je benen helemaal schraal. Het was natuurlijk wel een oplossing, maar wij vonden het vreselijk. [Th. Assmann-den Otter]

Mijn moeder [maakte] een jurk voor mij uit twee broeken van mijn broers die hun te klein waren geworden. Maar die stof was erg dik en prikte verschrikkelijk. Dus trok ik er mijn pyjamajasje onder aan om het geprik op te doen houden. Echter, waar ik geen rekening mee had gehouden, was dat we op een dag op school een TBC-onderzoek kregen, net toen ik die spullen aan had. En o schrik, ik kreeg mijn mouw niet voldoende omhoog door dat pyjamajasje. Dus restte mij niets anders dan die vreselijke prikjurk maar uit te doen. Shocking! Wilt u de kleur nog weten? Donkerbruin met lichtbruin. Ik had in ieder geval iets aan! Mijn moeder had er beter een lange broek van kunnen maken, maar in die tijd mochten meisjes absoluut niet met lange broek op school komen! [Hanneke Pessers-van Laarhoven]

Brokkenpap Zie Brood

Brood

Drie sneden brood met boter en suiker. Nog meer honger? Dan de rest maar met tevredenheid (alleen margarine). [Marijke de Wit]

Ook brood bevatte, als je het gemopper van de mensen moest geloven, naarmate de oorlog vorderde in toenemende mate allerlei spullen die minder schaars of minder duur waren dan bloem – krijt, zemelen, zaagsel en wat al niet. Of het zo wás kon je ook daarbij natuurlijk nooit zelf vaststellen. [Ed Dalderop]

Oud brood gebruiken om er brokkenpap of wentelteefjes van te maken, en dat smaakte heel goed. [G.J. Janssen-Schampers]

Broodbelegsel

Bij gebrek aan een koelkast werd de zuur geworden melk niet weggegooid maar in een schone theedoek opgevangen en aan de waslijn gehangen om uit te druipen en dan werd dit gebruik als broodbelegsel met suiker. [Marijke de Wit]

Een andere broodversierder was margarine met een schep suiker en een schep cacao gemixt tot een crèmig geheel. Dit was wel heel lekker. [Selma Kromhout]

Zie Beleg

Zie Ei

Broodpap

Of broodpap een zuinigheidsproduct was, ik weet het niet. Er was in ieder geval geen kant en klare pudding, Yoghurt, kwark en wat er tegenwoordig aan luxe toetjes te koop is; die bestonden eenvoudigweg niet. [J.M.Loenen]

Closetpapier

Zie Toiletpapier

Communiejurk

Een kennis van me is de dochter van een caféhouder. Ze vertelde me over haar kleding bij haar eerste communie. Haar moeder was blijkbaar zuinig, want die bedacht dat haar dochter best wel de communie kon doen in een ‘jurk’ die gemaakt was van… Het café had toch al een nieuw laken nodig op het biljart, dus werd de communiejurk door moeders vervaardigd van het oude biljartlaken. Moeder zette het oude biljartlaken eerst in azijn om het schoon te krijgen. Daarna maakte ze er een jasje van. Van wat er toen nog over was van het laken, maakte ze een alpinopetje. Dat stond dus op het vuurrode haar van mijn vriendin. Maar dat jasje vond ze het ergst terwijl ze de kerk inliep naar het altaar: ‘Ik had het idee dat de stoten van de keu nog steeds op mijn kont stonden.’ [Nelleke de Laat]

Vlak na de oorlog was ik zelf aan de beurt om ‘bruidje’ te worden. Alle was nog op de bon. De mensen probeerden er het beste van te maken door gordijnstof of iets dergelijks te gebruiken of te verven met witsel. Wij stonden in onze buurt toch wel bekend als ‘rijk’, dus de hele buurt was uitgelopen bij ons in de straat om te zien hoe ik eruit zou zien op mijn eerste communie. Ik heb er nachtmerries van gehad. Mijn moeder vond het maar niks al dat wit gedoe. Ze maakte voor mij een bruin plooirokje met galgen; een donkergroen bloesje; een bruin alpinopetje; ze breide katoenen kniekousen met elastieken erin; en ik liep op sandalen. Ik herinner me dat ik de deur uit kwam en dat ik iemand hoorde zeggen: ‘Mar wè valt dè toch tegen’. Ik was van de 30 communiecantjes (allemaal in het wit) de enige in zo’n ‘stom pekske’. Ik heb heel de dag gejankt. [Nelleke de Laat]

Zie Parachute

Communiepak Een andere kennis van ons is de zoon van een kleermaker. Vermaken van pakken voor kinderen was toen heel gewoon. Ook om vaders pak te keren en er een kostuum van te maken voor de kinderen, bijvoorbeeld als er een zijn eerste communie moest doen. Maar die kleermaker had het dus zeer druk zo rond de communietijd: voor alle kinderen van de boeren moest hij pakken omtoveren tot communiekleding. Daardoor kwam het dat hij geen tijd meer overhield om een fatsoenlijk communiepak te maken voor zijn eigen zoon. Dat gebeurde op het laatste nippertje: de nacht voor de communie. Mijn kennis vertelde me dat het een zeer goed pakje was, behalve één detail: vader had geen tijd meer gehad om knoopsgaten en knopen te maken bij de gulp. Terwijl alle kinderen met beide armen uitgestrekt de kerk intraden, moest hij voor alle zekerheid één hand voor zijn gulp houden! [Nelleke de Laat]

Deken

De ijspegels hingen in de winter aan je dekens. Daarom kregen we vaak nog winterjassen over ons heen om warm te blijven. [Marijke de Wit]

Ook dunne wollen dekens werden op elkaar gestikt; een mooie glanzende stof erover doorstikken en je had een mooie sprei, lekker warm in de winter. [Fr. van Hooft]

Tot mijn 20 jaar heb ik het altijd heel normaal gevonden om in de winter als het koud was, mijn jas over me heen te leggen als ik in bed lag. Dat gold voor alle 8 kinderen. Toen zijn we verhuisd naar een huis met CV. [AV]

Dennenappels

Ook moest er gezorgd worden voor een aantal zakken mastappels om 's winters de kachel mee aan te maken. [Elie van Schilt]

Als kind als we gingen wandelen,of fietsen de bossen, in was het een leuk spelletje dennenappels rapen. Wie de meeste of het vlugste een zak vol had. Thuis was het weer leuk speelgoed, of versiering voor Kerst, zoals heden ten dage nog steeds gedaan wordt  en uiteindelijk zullen ze heus wel in de kachel terecht zijn gekomen. [J.M.Loenen]

Met het hele gezin naar de witte bergen in de Huisvennen, waar we naar toe gingen om te spelen maar… eerst de juten zakken die ons vader had meegenomen vol moesten sprokkelen met mastenknoppen oftewel dennenappels want ook het fornuis moest blijven branden. Daarna nog even spelen in het witte zand, en dan met de zakken op onze rug weer 2 kilometer terug naar huis. [Harrie van Dijk]

Douche

Zie Bad

Ei

We kwamen niets tekort, maar het was wel gebruikelijk om met een gekookt ei, je hele brood op te eten. [Elie van Schilt]

Vlees deed je niet in Keulse potten, maar eieren wel, want die waren er alleen als de kippen aan de leg waren, dus 's winters waren ze schaars. Kalkeieren kon je goed bakken en gebruiken in gebak. [J.M.Loenen]

Zie Beleg

Zie Broodbelegsel

Elastiek

We kwamen aan de praat over de zuinigheid en vroeger. De vrouw vertelde ons toen dat ze vroeger bij mensen had gewerkt waar ze als ‘meid’ een heel merkwaardig ritueel had leren kennen. In het gezin waar ze werkte hadden ze veel meisjes. Die moesten op zondagavond hun onderbroeken ontdoen van het elastiek, want op maandag ging moeder die onderboksen wassen en het warme water zou de elastieken beschadigen. Nadat het ondergoed op maandag gewassen was, kon de elastiek er op dinsdag door dezelfde dochters weer ingezet worden. [Nelleke de Laat]

Wanneer de onderbroeken gewassen werden, haalde zij [tante Drika] de 'stiek' er van tevoren uit, want daar ging in de was de rek uit. na de was werd de elastiek opnieuw ingeregen! [Cor Swanenberg]

Erwtensoep Deze week vertelde een kennis me over een boerengezin dat omstreeks die tijd in mijn dorp moet hebben geleefd: een pront wijf, een knoest van een kerel en een stel vrijgezelle bonken van zonen. De Aardappeleters zeg maar, alleen deze aten snert. Op maandag visten zij ieder een stuk spekzwoerd uit de enorme soepketel. Dat zwoerd trokken ze dan een keer stevig langs hun enig overgebleven bruine voortand - rits! - waarna ze het gestripte riefeltje terug in de erwtenbrij wierpen - ploemp! Dinsdag visten ze de spekrandjes, die in de opgewarmde soep weer lichtjes aanzwollen, opnieuw op en herhaalden het ritueel. Woensdag weer - rits, ploemp! Op donderdag tenslotte aten ze het zwoerdje op. Ze zouden dat volgens mijn zegsman beslist pas op vrijdag gedaan hebben, ware het niet dat een goed katholiek dan geen vlees eet. [Joop van der Pol]

Etensrestjes

Mijn moeder at vroeger alle restjes op omdat zij het zonde vond eten weg te gooien. Zij werd dus letterlijk  'Dik van 't sund'. [Riet Verberne]

Zie ook Restjes

Etiket Randen van postzegelvellen werden gebruikt als etiketten. [Rini de Groot]

Fiets

Op een kinderfiets met bloktrappers heb ik eveneens gereden en als ik daarvoor te groot was werd dit fietsje weer naar de volgende doorgeschoven. [Marijke de Wit]

Met Sinterklaas kreeg ik een fiets. Het was duidelijk geen nieuwe. Ik was 10 of 11 jaar. Er hing een kaartje aan en een pakje sigaretten. Dat moest worden bezorgd bij een neef aan de andere kant van de stad, die Sinterklaas geholpen had bij het aanschaffen van de fiets. [AV]

Zie Bloktrappers

Fietsband Had je vroeger een doorgesleten buitenband op je fiets, dan werd die niet direct vervangen. Je sneed uit een nog verder versleten buitenband die ergens in de schuur hing een stuk, en legde dat tussen de buiten- en binnenband. Zo kon je weer een hele tijd vooruit. [Han van Meegeren]

Banden verzetten? Ik wist niet wat dat was en wilde dat wel eens zien. Naar het schuurtje dus. Wat bleek? [De vader van mijn vriendinnetje] had een heel systeem bedacht om de fietsbanden zo gelijkmatig mogelijk te laten slijten. Elke maand haalde hij bij alle fietsen in het grote gezin de banden van de achterwielen af en legde die om de voorwielen op, maar ook: wat links was geweest werd nu rechts e.o. Zijn redenering was: achter krijgt een band meer gewicht dan voor, dus omwisselen. Zijn tweede redenering was: omdat fietsers in Nederland rechts van de weg rijden en de meeste wegen iets bol zijn zal de linkerkant van een fietsband sneller slijten. Dus omwisselen. [José van Lieshout]

Mijn eerste vervoermiddel was een tweedehands (dames)fiets met aan het stuur een pakkendrager. Deze fiets was voorzien van harde banden. Deze waren door een buurtgenoot met het broodmes uit oude autobuitenbanden gesneden en met veel kunst en vliegwerk en nog meer ijzerdraad tot ‘fietsband’ getransformeerd. [J. Gevers]

Fietsplaatje

Zie belasting

Frisdrank Noa ut eten wier der nooit iets weggegooid; de restjes wierren verdeeld tussen ons vader en den hond, want ja dé bist moest toch ok wé te eten hebben.  Soavus dronken we, toen we al wé grótter waren un bekske koffie of misschien twee en dé was ut dan; gin bier of limonade of un borreltje, nee dé was alleen már op unne feestdag. Wel kregen we in de zommer és ut werrem waar wel ranja, mar dan wel extra "light", dus veul watter en wennig limonadesiroop. Maar we vonden dé allemoal nie errug.  [Toon Janssens]

Gas & licht

Veel mensen hadden toen ook nog een muntmeter voor gas en licht, daar moest je telkens een dubbeltje in stoppen, daarvoor kreeg je een bepaalde hoeveelheid gas of stroom. Was het dubbeltje op en waren er geen nieuwe, wat toen vaak voor kwam, dan zaten ze even zonder gas of licht en dat was dan behelpen met een petroleumstel voor te koken en een kaars of petroleumlamp voor het licht. [Elie van Schilt]

Gebak

Vlees deed je niet in Keulse potten, maar eieren wel, want die waren er alleen als de kippen aan de leg waren, dus 's winters waren ze schaars. Kalkeieren kon je goed bakken en gebruiken in gebak. [J.M.Loenen]

Gehaktbal

Met een pond gehakt kon ons gezin van (toen) 6 personen gemakkelijk 2 dagen doen. 1 bal, 12 schijven. De grote voor de groten, de kontjes voor de kleineren. [Rees Versteden]

’s Maandags werd er 1 kilo gehakt gehaald, en die werd met kruiden gemengd, en daar ging dan ook 1 pak havermout bij, en hier werden dan ballen van gedraaid waarvan je er elke dag een kreeg. [Leny van Engelen]

Er wier ok nie vur iedereen unnen bal gehakt gebakken, maar inne groten bal, die dan laotter in schefkes wier gesneeën. Ons vader kreeg wel wé meer dan wij, maar hij moest ok hard werken. Ok es we boerekol han mee kookworst, iedereen un klein stukske en veur ons vadder een iets grotter stuk. [Toon Janssens]

Gloeilampen

Mijn opa had vroeger een hotel in Valkenburg-aan-de-Geul. Het was een groot gebouw met veel kamers en gangen. Om het geheel te verlichten waren er nogal wat gloeilampen nodig. Ging er in het seizoen een lamp stuk dan verdween die onder in een van de kelders in een grote rieten mand. In de wintertijd, als er minder of geen toeristen waren en de moestuin lag te herstellen, ging mijn opa aan de slag met die kapotte lampen. Hij hield ze tegen het licht van een gloeilamp die het wel nog deed en schudde en draaide zo lang totdat het kapotte draadje in de lamp bleef hangen aan het andere afgebroken stuk. Dan draaide hij die gloeilamp voorzichtig in een fitting, en hoera: de lamp deed het weer. Door de ontstane warmte van het branden smolt de draad weer goed aan elkaar. [Han van Meegeren]

Zie Stoppen

Gordijn(stof)

Gordijnen, spreien maar ook gehaakte tafelkleden werden na het wassen gesteven en weggebracht naar een stijfster. Ons moeder was daar erg zuinig op maar af en toe dient zoiets gewassen te worden. Die spande de gordijnen na het stijven kletsnat op en spijkerde die met heel kleine koperen spijkertjes op een grote plaat of tafel precies zó vast dat het door de grote spanning weer precies keurig in patroon opdroogde! [Willem Jonkergouw]

En een tante van me die enkele jaren na de oorlog ging trouwen , had wel
een trouwjurk kunnen bemachtigen maar ze kon nergens aan een sluier komen. Mijn moeder had nog wel een meter of vijf nieuwe stof voor glasgordijnen liggen  nog op de rol zoals ze zei. En ja hoor mijn tante had haar sluier en was heel gelukkig met wat later bij ons voor de ramen hing. [Nel Timmermans]

Grutten

Vrijdag visdag? Dat had je gedacht!! Het werd een heerlijk bord met grutten! Een onsmakelijke brij waar je lepel in bleef staan, doch je bord moest leeg. Zo niet dan kreeg je de volgende dag geen gebakken grutten van het restant van de vorige dag (en daar zat dan een lekker bruin korstje op en werd gegeten met suiker). [Marijke de Wit]

Handdoek

Van oude handdoeken washandjes maken; doe ik nog. [Els de Goede]

Handdoeken voor maandverband. [Dhr. De Goede]

Meestal waren er goede stukken aan de onder - en bovenkant.
Deze werden dan op elkaar gestikt en moesten dienen als maandverband. Om alles extra stevigheid te geven werden ze ook nog eens diagonaal doorgestikt. [A. Janssen]

Handwerkdraad

Bij de "handwerknon" moesten we de rijgdraden bewaren en opnieuw
gebruiken voor een volgend handwerkje, althans, als de draden lang genoeg waren om opnieuw te kunnen gebruiken
je wikkelde ze dan om een kartonnetje voor de volgende keer
als je aan het uiteinde van de draad had gelikt omdat de draad niet door de naald wou, dan moest je het eerst goed laten opdrogen! [Mayke Kijk in de Vegte]

Haring

Zo ook een halve haring bij je brood, dat waren gewone dingen die we ook als vanzelfsprekend aanvaarden. [Elie van Schilt]

Hemd

De versleten hemden en borstrokken: daar werden de rechte stukken uitgeknipt, omgezoomd , en je had weer een schone "schotteldoek" [W. van Delft]

Eens in de 14 dagen kwam de huisnaaister en werden van grote versleten hemden kleintjes gemaakt, voor de jongste kinderen. [L. van Engelen]

Hooikist

De hooikist was veel in gebruik; of de pan in het bed zetten. [Els de Goede] KLIK HIER VOOR ALLE BIJDRAGEN OVER DE HOOIKIST

Hout

Werd er wat getimmerd, alles gebeurde met reeds gebruikt hout, meestal van de sloop afkomstig. [Elie van Schilt]

Hout sprokkelen

De was werd buiten gekookt op een veldkacheltje dat gestookt werd met hout dat we eerst zelf in de bossen, toen nog voldoende aanwezig, gingen halen. [Elie van Schilt]

Inktlap

Door opoe gemaakt van vierkante lapjes met bovenop een mooie knoop die je zelf mocht uitzoeken. In de lapjes herkende je alle jurken en kussenslopen die de afgelopen jaren afgedankt waren. [W. van Delft]

Inmaken

Diepvries bestond niet dus als je in de winter eens wat anders wilde eten als de ge-eikte  koolsoorten, moest je wel  via inmaken zorgen voor wintervoorraad. Vlees inmaken was niet nodig, want het hele jaar door was er volop vers vlees. In de oorlog was je gelukkig als je eens een half varken kon kopen of ruilen., maar dat waren heel speciale omstandigheden. Bloedworst wordt vandaag de dag ook nog gemaakt en balkenbrij is min of meer  traditionele winterkost. [J.M.Loenen]

Jas

Werd vaak GEKEERD. Ze waren van wol, en dat was kostbaar. Je zag aan herenpakken dan dat het borstzakje rechts zat! [Anoniem]

Ze werden zo lang gedragen tot ze totaal op waren, maar zomaar weggooien, nee niks ervan. De jassen werden GEKEERD. De binnenkant werd dan de buitenkant. [L. van Engelen]

Winterjassen werden gekeerd en weer vermaakt tot kinderjasjes; van
konijnenbont werd er een kraagje opgezet en met 2 bontzakjes had je dan een ferme jas. [A.Janssen]

Z.g. 'kaal' geworden jassen of andere kleding werd dan soms, als de stof het toeliet w.b. kleur en/of patroon, gekeerd (links voor rechts genomen) en er werd een "nieuw" kinderkledingstuk van gemaakt. Niemand die dat zag en het werd veel gedaan in die tijd. [C. Goossens]

Ook weet ik dat er toen door een oom van me die kleermaker was hele pakken en jassen werden gekeerd, dat wil zeggen als mensen een duur kamgaren pak of jas hadden die wat het stof betrof nog heel goed mee zou kunnen , maar wat de kleur aanging vaal was geworden, dan werden die helemaal uit elkaar gehaald en de binnenkant werd buitenkant en dan zag het er weer veel mooier uit. Al vraag ik me nu wel af hoe dat ging met de knoopsgaten, misschien werden die gewoon dichtgemaakt want op die plaatsen kwam dan natuurlijk een knoop zitten. [Nel Timmermans]

Twee kinderen uit een gezin moesten het [in de jaren '30] vaak met één jas doen: de een naar de vroegmis, de ander naar de hoogmis. [Th. van Rooij]

In [de oorlogsjaren] dienden [mijn zwagers] de vroegmis, de hoogmis, het lof enz. Maar dat moest om beurten als het koud was en ook de paters moesten daar mee rekening houden, want de broertjes hadden maar één jas (we hebben het hier over met name de hongerwinter in Leiden). Ze stonden zodoende zo ongeveer trappelend op elkaar te wachten om de volgende dienst te gaan dienen. Dit werd dus "ONZE JAS", een staaltje van bittere humor uit de  oorlogsjaren, dat als anekdote zo nu en dan in mijn schoonfamilie de ronde doet. [F. van Vliet]

Judopak

Ik mocht bij de judo. Ieder had een hagelwit judopak, behalve ik! Mijn judopak had m'n moeder zèlf gemaakt, van stof die ze op de markt had gekocht. Dat deze stof veel steviger was dan de stof van die kant-en-klare judopakjes telde voor mij niet. Mijn judopak was tot mijn grote ongenoegen iets grauwer dan die andere... en dàt is wat bij een 10-jarige telt! [Maarten van Lankvelt]

Zie ook Zwembroek

Jurk

Een jurk van mijn grote zus (die veel slanker was als ik) dus met gevolg dat ik er meer in hing als aanhad. [Marijke de Wit]

Jurk te kort? Geen nood!  Er werd een strook onderaan genaaid of een rand ertussen gezet om hem te verlengen. Gaten in de lange mouwen van je jurk?  Dan werden de mouwen afgeknipt boven de elleboog, zoompje erin, en je kon weer vooruit! [A. Andrean-Schalken]

Onze jurken werden verlengd door er een stuk tussen te zetten. [Anoniem] KLIK HIER VOOR TEKENING

Mijn jurk voor de Plechtige Communie had Moeder gemaakt van een overhemd van Vader. Blauw met witte streepjes. [Riet Schipperheijn]

Van mooie witte jurken met een geborduurde rand werden voor ons jurkjes gemaakt. En dan nog met zo’n handnaaimachine zonder zigzag. [Fr. van Hooft]

En dan die jurken! Opnaden, twee in bovenstuk, drie in rok! Rimpelrok of plooirok, op de groei; ik heb er nog een foto van, met mijn zuster als bruidsmeisje, en echt, je ziet de opnaden duidelijk; ik geloof dat het juni 1948 was. Die jurken hebben lang dienst gedaan, elk jaar een ‘opnaad’ eruit; en later, als tiener, toen ik ging ‘tekenen’, zoals een tante het noemde, heb ik er een rok van gemaakt en gekeerd. Het was een mooie, zeegroene kleur in het origineel, maar toen inmiddels groen-grijs geworden, maar ik kon er nog geen afstand van doen, totdat de onderjurk beter te zien was dan de rok, zo dun was de stof geworden. [Anneke Boezer]

Zie ook Afdragen

Kaarsen Stompjes kaars 'gevonden' in de kerk, omsmelten tot nieuwe kaarsen leverde dikwijls goede resultaten op. [Jan Schellekens]
Kaas Ook in de jaren zeventig waren er mensen die de eindjes aan elkaar moesten knopen. Zo maakte mijn moeder gebakken regenwormen. Voedzaam en eiwitrijk.Laat ik u geruststellen; ze trok niet de tuin in gewapend met een spa, nee, ze gebruikte een rasp. Mocht u teveel kinders hebben en te weinig kaas (of andersom), dan hierbij het recept. U neemt een restje kaas en raspt het met een grove rasp. U schudt de geraspte kaas door een beetje brinta en laat een klontje boter in een pan
op een laag vuurtje glijden. Nu bakt u de kaasbrinta zachtjes en kort. U krijgt er tevreden kinders van, speciaal als er ook vriendinnetjes aan tafel zitten die griezelen van het idee gebakken regenwormen te moeten eten. [Selma Kromhout]

Kachel

Pasen! Dan ging de pijp van de kachel en hoe koud het ook mocht worden, die kachel ging niet meer aan voordat de volgende winter begon. Ook de overjas ging in de kast tot de volgende winter. [Elie van Schilt]

Zie Kolen

Zie Verwarming

Kalk-ei

Vlees deed je niet in Keulse potten, maar eieren wel, want die waren er alleen als de kippen aan de leg waren, dus 's winters waren ze schaars. Kalk-eieren kon je goed bakken en gebruiken in gebak. [J.M.Loenen]

Kandelaar Een rauwe aardappel, doorgesneden, werd met Kerstmis gebruikt als kandelaar. [Rini de Groot]

Karnemelk

Karnemelksepap uit fles, werd door moeder met water aangelengd, en een weinig opgewarmd. Suiker was toen nog sacharine (zoals Buisman op de koffie ging). Je kreeg van die dikke klonten in een zurig waterig papje. Wij noemden dat 'môlleke-spierst'. [Maarten van Lankvelt]

Katoen Ook wij hadden thuis van die spreien die gehaakt waren van ongebleekte
katoen, later in de was prachtig hagelwit geworden, Die werden ook
uitgetrokken en van dat garen breiden we dan heel sportieve
kabelkniekousen, die over de totaal versleten "fil d'eecosse" kousen
werden aangetrokken, want met blote knieën mochten meisjes in die tijd
niet lopen. [Esther Hagers-van der Eerden]

Kerstmis

Dubbele kerstkaarten kon je natuurlijk goed voor een 2e keer gebruiken
als er aan de binnenkant links geen tekst stond [Mayke Kijk in de Vegte]

Onze kerstboom werd niet op 2 januari met ballen en al bij het vuil gezet, zoals je nu wel ziet. Nee, nadat hij tot Driekoningen met liefde was bewaterd, pootte mijn vader onze boom terug in de tuin tot er weer een kindje Jezus werd geboren. Dan werden ook het gipsen kopje van Maria en de bult van Balthazars kameel voor de zoveelste keer gelijmd met Velpon en bijgeverfd. [Joop van der Pol]

Zie Balkenbrij

Zie Kandelaar

Keulse pot

Vlees deed je niet in Keulse potten, maar eieren wel, want die waren er alleen als de kippen aan de leg waren, dus 's winters waren ze schaars. Kalkeieren kon je goed bakken en gebruiken in gebak. [J.M.Loenen]

Klompen

Maar vaak liepen we ook op klompen, wel met een zool van een stuk
autoband, anders sleten ze te vlug. [Elie van Schilt]

Klompen waar de ‘schulp’ van kapot was werden met ijzerdraad gerepareerd, later waren hiervoor ijzeren bandjes met pennen te koop. [Jan Kerkhof]

Als wij nieuwe klompen kregen deed mijn vader eerst een ijzerdraadje om de schelf zodat deze bij het voetballen niet zou breken. Brak de schelf wel dan kon je in ieder geval blijven lopen. [M.M. Vermaire]

Het schoeisel net na de oorlog bestond voornamelijk uit klompen waar we mee naar school gingen. Dikwijls scheurde de bovenkant eraf door  dat we de klompen uitschopten. Dan werd er een ijzerdraadje over gespannen om e.e.a. bijeen te houden. Later waren er de z.g. klompenbandjes te koop (een stripje metaal met scherpe puntjes eraan.)  Deze bandjes werden ook preventief op de klomp gezet in het geval dat... Ook werd  het loopvlak van de klomp voorzien van stukjes autoband om slijtage tegen te gaan. Het liep niet echt gemakkelijk, maar je had niets te kiezen. [G. Groenenberg]

Om klompen te lappen werden autobanden gebruikt. [Rini de Groot]

Zie ook Spijker

Koffie

Als er koffie gezet werd [bij de rijke mensen waar ik werkte], mocht je 52 keer met de zwengel van de koffiemolen ronddraaien, dan was de koffie sterk genoeg. [Leny van Engelen]

Tijdens de oorlog en nog lang daarna zette mijn moeder voor zichzelf een voor die tijd sterke koffie. De dras van die koffie werd weer gebruikt om voor ons, de kinderen koffie te zetten. [Jan Kerkhof]

Mijn moeder, Anna Heerkens, was met haar bijzonder rijke kinderschaar dood- en doodarm. Ze had – zoals dat tegenwoordig heet – bijzonder weinig te makken. Als hartelijk en gastvrij. Brabants moeke nodigde toch zo op gezette tijden de buurvrouwen op de koffie, ook in de na-oorlogse jaren nog een schaars en duur product. Het eerste 'bekske' smaakte kennelijk heel goed, want Door Libregts zei:"Dè smokt goed in m’n ouw bakkes"! (Excusez le mot!), maar de tweede ronde had duidelijk aan kracht ingeboet (ondanks de Buisman), wat aan Anna Lommers, een Kaatsheuvelse, de vraag ontlokte 'Zèdd’r mee nor aachtere gewiest, Anna?' [Jef van de Ven]

Koffiedrab Bij Diena, die bijna net zo erg was, mochten de arme kinderen uit grote gezinnen de koffiedrab wekelijks op komen halen. 'Daar kunde gullie thuis nog 'n lekker bèkske van zetten!' [Cor Swanenberg]
Koffiemelk Driemaal in de week moest ik 5 liter melk halen en die koken en meteen in kannen doen. Dan kwam er een dik vel op, en dat werd gebruikt als koffiemelk. [Leny van Engelen]

Kolen

De asla van de kolenkachel, buiten uitgestrooid om d"n dam te verharden, en de halfopgebrande kolen werden weer opgeraapt en in de kachel gedaan. [W. van Delft]

Ook kolen, dus de brandstof van toen, waren schaars en ook duur. Als 's
morgens de kachel werd leeggehaald, dan ging de asla leeg in de kolenzeef, zorgvuldig werden  alle stukjes steenkool die niet geheel waren opgebrand eruit gevist om opnieuw in de kolenkit te verdwijnen. [Elie van Schilt]

Sintels uit de kolenkachel werden gezeefd en de half opgebrande kolen werden weer in de kachel gegooid. De sintels werden gebruikt om het looppad te verharden. [Liesbeth de Nijs]

Zo'n snorrende kolenkachel, gestookt met zelfgehakte aanmaakhoutjes en kolen van de kolenboer bij ons achter, had toch wel iets. De sport was, om het ding brandend te houden, zonder al te veel te verstoken. En dan 's morgens de asla legen, en alle bruikbare kooltjes eruit sorteren. Ruzie om wie er nu weer kolen moest gaan scheppen in de schuur. En voor de kick een handvol kooltjes jatten bij genoemde kolenboer. Ook mastedollekes waren geschikt als brandstof en nog veel meer. Het was een aangename stralingswarmte, en de mensen waren lang niet zoveel verkouden als tegenwoordig. Of waren we toen meer gehard? [W. Heefer-v.d. Molengraft]

De uitgebrande kolen in een zeef doen, en de enigszins goede kolen opnieuw gebruiken. [G.J. Janssen-Schampers]

Ze [de mensen bij wie ik werkte] woonden in een groot oud huis met overal kachels; die moesten ’s morgens opgestookt worden door er flink in te poken en de aslade leeg te maken. Deze asla moest je in een zeef storten en uitzeven. De sintels die er dan nog overbleven moest je opnieuw gebruiken. [Leny van Engelen]

Gezeefde asresten uit de kachel gebruikte vader op de wetplank om tafelmessen te slijpen. [Rini de Groot]

Zie Kachel

Zie Verwarming

Konijn

De meeste mensen hadden ook een aantal konijnen die werden vetgemest voor de winterperiode, maar ook het voer, gras etc, moest na schooltijd door ons als kinderen worden verzameld. [Elie van Schilt]

Kool

Koolplanten. Kool eraf halen, de stronken laten drogen. De hele winter hadden ze dan brandhout in het fornuis. [Dhr. De Goede]

Koperpoets De roodkoperen waterketel werd ’s zaterdags in het varkenseten gestopt (gemalen gekookte aardappelen). Wanneer die ’s zondags eruit werd gehaald, blonk die weer mooi. {Rini de Groot]
Zie Zilverpoets

Kostuum

Mijn eerste nieuwe goed dat ik kreeg was het pak met lange broek voor mijn eerste communie, wel door mijn moeder zelf gemaakt, maar ik was er trots op. [Elie van Schilt]

Een verkleurd plusfourkostuum van mijn oudere broer, hem inmiddels te klein, lag inmiddels al een tijd in de berging, werd te voorschijn gehaald, werd door mijn moeder middels een verfbad donker geverfd, nadat het gewassen , dit om de overtollige verf te verwijderen en geperst was, is mijn kostuum voor mijn plechtige communie weer gereed. Een paar maanden later, ik liep met dit pak in de regen, al het goed dat ik eronder droeg, ook mijn armen en benen, alles zag blauw, dus de verf was niet al te watervast. [Elie van Schilt]

Werd vaak GEKEERD. Ze waren van wol, en dat was kostbaar. Je zag aan herenpakken dan dat het borstzakje rechts zat! [Anoniem]

Kousen

Als de kousen versleten waren, werden de voeten uitgetrokken en werden er nieuwe aangebreid. [L. van Engelen]

Ik droeg veel kniekousen van slechte kwaliteit, dus veel stoppen. Was er niets meer mee te beginnen, knipte mijn moeder de hele voet eraf; die rest werd gebruikt als sok. Teen iets bijgeknipt en dichtgenaaid; slim dus. [Els de Goede]

Er werden vroeger ook kousen gestopt met zo’n houten balletje in de kous. Ik heb zelf nog zo’n houten balletje liggen. [G.J. Janssen -Schampers]

Sokken werden met verschillende kleuren gestopt. Wij hadden thuis een lamp met goudkleurige franje. Was er een gaatje in de dameskousen, dan werd er een draad uit de franje getrokken om dit gaatje te stoppen. [S.C. v.d. Stelt-Kortlever]

Kruik

In de keuken hadden wij een potkacheltje waarop we, voor we naar bed gingen, een baksteen mochten opwarmen en deze werd later in een krant gepakt. We namen deze dan als kruik mee naar bed. [Marijke de Wit]

We hadden een bedkruik welke gemaakt was van een granaathuls met een doorsnede van ± 10 cm. [Jan Kerkhof]

In de winter als kruik mee naar bed de ijzeren strijkbouten die de hele avond op het fornuis gestaan hadden in een doek gewikkeld mee naar bed.  Meestal vielen die er midden in de nacht met een dreun op de planken vloer. [G. Groenenberg]

Kussensloop

De kapotte lakens werden, nadat ze eerst versteld waren en toen weer dunne plekken vertoonden, verknipt tot slopen en zakdoeken. [Jeanne Elissen]

Zie Laken

Laken

De kapotte lakens werden, nadat ze eerst versteld waren en toen weer dunne plekken vertoonden, verknipt tot slopen en zakdoeken. [Jeanne Elissen]

Versleten lakens, daar werden de zijkanten die minder geleden hadden
afgeknipt en van 2 versleten lakens werd dan weer een nieuw laken gemaakt, wel met een stiknaad in het midden, maar niemand die daar iets van zei. [Elie van Schilt]

Lakens: Van de versleten lakens werden zakdoeken, die mijn moeder ook nog borduurde, en slopen gemaakt. [Liesbeth de Nijs]

Van de nog niet versleten stukken van lakens werden slopen gemaakt. [L. van Engelen]

Van restanten van flanellen lakens werden nachtluiers gemaakt, want die namen veel vocht op. [L. van Engelen]

Men maakte er zakdoeken van. [Anoniem]

Werden versteld door er stukjes IN te zetten. Zo hoorde dat want een stukje erOP zetten, duidde op een slechte huisvrouw. [Anoniem]

Werden in het midden dun; dan werden ze doormidden geknipt, met de zelfkanten tegen elkaar genaaid, en dan konden ze weer mee. [Anoniem]

Oude lakens werden [in de oorlogsjaren] stukgescheurd voor verbanden. [Els de Goede]

Een bedlaken dat in het midden versleten is middendoor knippen en dan de zijkanten aan elkaar stikken; dan kan het laken weer gebruikt worden. [G.J. Janssen-Schampers]

Lijm Als we, als kinderen, wat moesten lijmen, gebruikten we gekookte aardappelen. [Rini de Groot]
Loonzakje Elke zaterdagmiddag om 1 uur moest ik me buiten bij het raampje van de kantoorzuster melden, ('n kantoorkamertje van 2m bij 3m) om mijn contant salaris op te halen. Loonzakjes waren te kostbaar, even zo goed als een nieuwe enveloppe. Dus zat mijn salaris elke week in een ouwe gebruikte links omgevouwen envelop, waar dus altijd in de binnenkant een of ander adres stond. [Harry van Helvoort]
Zie Papier

Lucifers

Werden meerdere malen gebruikt door als het gas al brandde met een gebruikte lucifer een andere gaspit weer aan te steken. [Tini v.d. Heiden]

Luiers

Katoenen luiers moest je wel wassen. Het was zelfs zo dat in 1949, toen ik van de eerste in verwachting was, alles nog op de bon was; je kreeg zeggen en schrijven een bon voor 6 luiers, wat katoen voor hemdjes te breien, en dat was het. [J.M.Loenen]

Luiwijvenpap

Luiwijvenpap: Was er een pak beschuit gevallen dan werd dat niet weg geknikkerd maar pap van gekookt. Wij noemden het Luiwijvenpap. [Liesbeth de Nijs]

Maandverband

Ik kom uit een gezin van 9 kinderen,. 6 Meisjes en 3 jongens. Daar hebben (met zoveel meisjes) veel eigengemaakte (met 2 knoopsgaten) "kniewarmers" ofwel maandverbanden aan de waslijn gehangen. [Marijke de Wit]

Op vroege leeftijd (10 jaar) al ongesteld. Een kniewarmer per dag anders hadden de andere zussen niets. [Marijke de Wit]

Maandverband was uitsluitend van stof beschikbaar, badstof was een luxe en oplosbaar bestond helemaal niet., om maar niet te spreken van Pampers. [J.M.Loenen]

Van badstof zelf maandverband maken, en van oud ondergoed vaatdoeken. [G.J. Janssen-Schampers]

Zie Handdoek

Margarine

Als mijn moeder aardappels bakte legde ze het margarinepapiertje over de aardappels, zodat de boter tot de laatste restjes werd opgebruikt! [Marijke de Wit]
Zout werd vermengd in de margarine, zodat we minder boter op het brood smeerden. [Rini de Groot]

Mastappels

Zie Dennenappels

Mat

In onze grote woonkeuken hadden wij rond deze tijd [oktober-november] wintermatten i.p.v zomermatten liggen. De wisseling vond zo rond deze tijd plaats. Pas na de grote schoonmaak met Pasen kwamen er frisser gekleurde of nieuwe keukenmatten te liggen. De wintermatten waren dikker en donkerder van tint. Ze moesten ook in de winter het vuil van negen paar voeten kunnen doorstaan zonder dat dat al teveel opviel. [Willem Jonkergouw]

Matras

Wij sliepen vroeger op kapokmatrassen, die om de zoveel jaar werden bijgevuld. Dat spul kon je per gewicht kopen, de katoenen matrashoes werd losgetornd en nagekeken op ongerechtigheden, splinters e.d. Dan moest ik meehelpen, het zeil van de slaapkamer lag dan vol met die donkere vlokken. Het zal wel bobbelig geweest zijn, maar je wist niet beter. [W. Heefer-v.d. Molengraft]

Bedden werden gevuld met haverkaf wat op een bedje van stro werd gelegd. [Jan Kerkhof]

Meelzak

Zie Ondergoed

Melk

Bij gebrek aan een koelkast werd de zuur geworden melk niet weggegooid maar in een schone theedoek opgevangen en aan de waslijn gehangen om uit te druipen en dan werd dit gebruik als broodbelegsel met suiker. [Marijke de Wit]

Nog iets [zie Toiletpapier] wat gebeurde onder het gezamenlijk bidden van et Rozenhoedje: Onze tuin grensde aan een boerenwei en soms kreeg m'n moeder van die boer een paar liter verse koeienmelk. Ze zette die in de schaal van een lampetkan in de kelder. Schepte daar na enige tijd de room af in een jampotje en wij maar al biddend schudden. Na afloop had je dan een klontje echte boter over en wat "karnemelk". [Riet Schipperheijn]

Taptemelk bijvoorbeeld was melk die helemaal afgeroomd was, - en waar ook niet, zoals tegenwoordig bij magere melk wél gebeurt, met extra melkeiwit toch weer wat consistentie aan was toegevoegd. Het spul van toen had dan ook, in plaats van ondoorzichtig wit te zijn zoals je van melk verwacht, een wat glazige lichtblauwe schijn, zeker als er licht op viel, en het smaakte ook altijd al waterig. En je wist dus nooit hoeveel water er misschien wel tevéel in zat. [Ed Dalderop]

Van melk werd met azijn en nog iets smeerkaas gemaakt het recept hiervan heb ik echter niet meer. [Jan Kerkhof]

Zie Karnemelk

Zie Aanlengen

Mest

Mest voor al deze groenten en fruit werd door de kinderen uit de wei
gehaald. In een oude zinken teil moesten we koeienvlaaien scheppen. Daar ging dan water uit de pomp bij. Rondom de bomen en struiken werden geultjes gegraven en daar ging dan het mengsel bij. Alles groeide als kool, ook de kinderen. [A. Janssen]

Nylons

Na de mooie nylonkousen voor dames - mét of zonder naad - kwamen de panties. Wat 'n luxe, wat 'n comfort! Weg jarretelgordels! Welkom elastisch broekje met aangebreide soepele kousen..  Tóch zat ook hieraan een nadeeltje, en wel een economisch: als één been of voet kapot was, zou je de hele panty moeten weggooien, en dát zou zonde zijn! Aldus mijn moeders' opdracht: knip het kapotte beenstuk van de panty af en bewaar de hele helft totdat je nog zo'n helft hebt en draag de twee broekjes over elkaar, uiteraard met één heel been rechts, en één been links. Wel altijd twee panties van dezelfde kleur kopen! Dit gebruik maakte het dragen van minirok onmogelijk, maar dat vond mijn moeder slechts een positieve bijkomstigheid. [Terry Biezen]

Mijn oudere zussen droegen nylons, en die gingen als het nodig was naar een adresje waar de ladders werden opgehaald à  5 ct per ladder. [A. Andrean-Schalken]

Nylon kousen, pas na de 2e  W.O. in Nederland gekomen, duur en schaars en het was heel vanzelfsprekend, dat ladders opgehaald werden, want zo dun en zo goedkoop  als ze  nu zijn waren ze niet. [J.M.Loenen]

Kapotte nylons werden ook niet weggegooid maar weggebracht om de ladders op te laten halen. [Liesbeth de Nijs]

Mijn oma en - voor zover ik me herinner - haar vriendinnen waren zeer bedreven in het vervaardigen van kunstbloemen. Ze spaarden zelfs de kleinste stukjes nylon en andere kunststoffen in een doosje of mandje op om er bloemen van te maken met naald en draad. Van dun ijzerdraad vormden ze eerst een geraamte dat op een open bloem leek; daarna werd van het nylon het bloemblad over dit ijzeren staketsel getrokken en daarop vastgenaaid met een draad in bijpassende kleur. [Ed Schilders]

Na de oorlog, toen alles nog schaars was, kregen wij bij ons thuis één paar nylons per jaar. Weliswaar kon je de ladders voor vijf cent (later tien cent) laten ophalen, maar dat kostte al ons zakgeld, dat een kwartje per week was. Dus hadden mijn twee zussen en ik er iets op gevonden. In die tijd werd er nog ‘zet-koffie’ van surrogaat gezet. We lieten de drats in een kopje uitlekken en met dit aftreksel werden onze benen geverfd. We depten een doekje van een versleten laken in de kleurstof en zo gaven wij onze benen een bruine make-up. Van april tot oktober leek het of we door de zon gebruinde benen hadden. [H. Segers-Kwanten]

Olielamp Van pitrus, een biezensoort, groeiend langs de waterkant, werd de binnenste kern vroeger gebruikt als de pit bij een olielampje. [Rini de Groot]
De kolf van lisdodde, groeiend langs het water, hoort men sommige natuurwandelaars ook wel ‘lampepoetster’ noemen; ze werden vroeger gebruikt om de lampenglazen van roet te ontdoen. [Rini de Groot]

Onderbroek (heren)

De "verstukte overalls" en de "nieuwe zolders" in een lange onderbroek [ W. van Delft]

 

In de jaren zeventig, wij waren nog geen dertig jaar oud, liet een buurvrouwtje mij heel enthousiast zien wat zij gemaakt had. Van een oude onderbroek en een oud hemd had zij voor haar man weer een nieuwe onderbroek gemaakt. Wij hebben er ontzettend om gelachen, maar hij zag er perfect uit. [Marga Bikker]

Onderbroek (dames)

Over hun onderbroek kregen de meisjes een zwarte of donker blauwe (op een onderbroek gelijkende) overbroek. Hun witte onderbroek zou eens vuil worden dat kon toch niet, want je kreeg maar eens in de week schoon goed, meestal zaterdag als iedereen gewassen werd. [Eric de Pont]

Mijn oma breide van katoen onderbroeken, degelijke met kruis. Waren ze stuk dan werden ze aangebreid. Soms was de kleur niet hetzelfde. Had je pech, dan was alleen het middelste stuk nog origineel. [Fr. v. Hooft]

Ondergoed

Weet nog dat mijn moeder van de bakker een aantal zakken kreeg waarin Amerikaanse patentbloem had gezeten. Die zakken waren van linnen en bedrukt, na vele keren wassen waren de letters nog goed leesbaar, dus op het ondergoed dat mijn moeder had gemaakt van deze meelzakken stond nog vaak leesbaar " American white flour ", maar dat was niet belangrijk, wij droegen schoon en heel ondergoed. [Elie van Schilt]

Toen ik tegen mijn moeder vertelde dat ome Elie [zie vorig bericht] weer een keer in de krant stond met de onderbroeken van meelzakken kreeg ik meteen als antwoord: "Dat deed ons moeder ook". "En die waren toch hard". [Cees van Schilt] 

Van oude meelzakken met opdrukken werden onderbroeken gemaakt. [Dhr. De Goede]

En de oude onderbroeken die te voorschijn kwamen nadat oma overleden was en opa naar het bejaardenhuis ging, heb ik later nog helemaal opgebruikt om mijn motor te poetsen. Dat is dus ook weer zuinig. Maar jong geleerd is oud gedaan. [Cees van Schilt]

Een gehaakte sprei werd uitgetrokken en daar droegen de meisjes onderbroekjes van met aangehaakte puntjes. [Riet Schipperheijn]

Men maakte er werkdoekjes van. [Anoniem]

Op de nonnenschool (St. Anna) moesten we met handwerkles borstrokken en zo leren breien, gebreid ondergoed, stel je voor! Maar het was in elk geval nieuw en ging lang mee. [W. Heefer-v.d. Molengraft]

Ondergoed wat niet meer gestopt kon worden, was goed voor vaatdoeken. [Fr. van Hooft]

Als je niet de oudste was, kreeg je nooit nieuwe kleren. het waren altijd de afdankertjes van oudere broers en zussen. Gekeerd, vermaakt, versteld en/of verstukt. Dat gold zelfs voor ondergoed dat in mijn jeugd gemaakt werd uit de linnenzakken van (Piet Sluijs) opfokvoer of Molenaar's kindermeel of Patent bloem. [Cor Swanenberg]

Onderjurk

We droegen hemden, daarover een borstrok, en daarover een onderjurk, meestal gebreid van katoen. Als die slijtplekken kregen, trok mijn moeder ze uit, en breidde er katoenen onderboekjes van voor de kleintjes. [L. van Engelen]

Oorlog Zie Badpak, Botersaus, Brood, Communiejurk, Gordijn(stof), Hooikist, Inmaken, Jas, Lakens, Parachute, Schoolschrift, Sleepkabel, Surrogaten, Thee, Uniformstof, Vlag

Openbaar vervoer

Openbaar vervoer: we maakten er gebruik van. In onze stad waren er korte ritten (met de tram) van 5 cent, en normale van 12,5 cent. Ik mocht een keer per week met de tram naar zwemles. Voor 5 cent. Dan moest ik nog 1 halte lopen. Terug moest ik helemaal lopen. [Anoniem]

Zondagmiddag met z'n allen met de Zuid-Ooster-bus naar opa en oma. Ons was opgedragen om als de portieren open draaide, en bloc de bus in te stormen, en zo snel mogelijk ergens achterin te gaan zitten. De andere passagiers volgden, en als laatste kwam ons moeder. Het lukte haar altijd wel, om bij het afrekenen  enkele kinderen te verdonkeremanen... Of de chauffeur niet beter wist! [Maarten van Lankvelt]

Overall

De "verstukte overalls" en de "nieuwe zolders" in een lange onderbroek [W. van Delft]

Overhemd

Met losse boorden; de manchetten werden GEKEERD. [Anoniem]

Boorden en manchetten van overhemden keren was heel normaal. [Eric de Pont]

Van oude hemden broekjes naaien voor onze dochters. Overhemdenkraag kaal of stuk: uit het rugpand onder een nieuwe bovenkraag naaien of korte mouwen maken, en de rest voor herstel van de kraag gebruiken. [Els de Goede]

De onderkant van een overhemd afknippen en daarvan een nieuwe boord opzetten in plaats van een versleten boord. [G. J. Janssen-Schampers]

Wanneer de kraag van een shirt van mijn man begint te slijten, draai ik de kraag om; zo kan hij nog een hele tijd mee. [L.C. Felius]

Paardendeken

Ik herinner me nog heel goed, dat mijn moeder van een oude paardendeken lange broeken liet maken voor mijn zusje en mij. Het voelde verschrikkelijk, dat ruwe goed tegen je blote benen, het schuurde je benen helemaal schraal. Het was natuurlijk wel een oplossing, maar wij vonden het vreselijk. [Th. Assmann-den Otter]

Pan Een gat in een aluminium of geëmailleerde pan werd gedicht d.m.v. een stop, bestaande uit twee aluminium schijfjes waartegen een schijfje asbest (!) zat. In het midden hiervan zat een rond gaatje waar een schroefje met een moertje in paste. Eèn schijfje ging boven het gat op de bodem, het andere aan de onderkant van de pan; schroef je erdoor en vastdraaien. [A. Andrean-Schalken]

Wanneer er een kookpan lek ging kon die worden gerepareerd en wel op zeer speciale wijze: Men neme een emaillen pan, of nog liever van aluminium, en bevestigt aan de binnenkant een rond aluminiumplaatje voorzien van een laagje asbest met een gaatje erdoorheen. Eenzelfde dun aluminiumplaatje eveneens met asbest aan de onderkant, komt aan de buitenkant van de pan. Nu vanaf de buitenkant een schroef erdoor, een moertje aan de binnenkant en zo strak mogelijk aandraaien zodat de pan waterdicht is [Willem Jonkergouw]

Paneermeel Een pakje paneermeel stond bij ons thuis nooit in de keukenkast. Maar op de keldertrap hing een linnen zak waar het oude verdroogde brood in bewaard werd. Was het helemaal hard, dan werd het in deze zak fijngeknepen tot paneermeel. [Han van Meegeren]
Panty Zie Nylons

Papier

"Mooi papierkes" werden  gladgestreken om nog 'ns te gebruiken, en dat gebeurde ook met de papieren broodzakken. [W. van Delft]

Ikzelf strijk nog steeds gebruikt inpakpapier glad en knip het recht bij zodat ik het kan hergebruiken. Zo heb ik allerlei soorten papier in verschillende maten op een rol. [Marga Bikker]

Om papier uit te sparen, nam vader, die timmerman was, een plank waarop de gebruikte materialen werden opgeschreven. ’s Avonds nam hij de gegevens over in het kasboek. Was de plank vol, dan werd die weer blank geschaafd. [Rini de Groot]

De adresband die om de wekelijkse krant zat, werd omgekeerd en opnieuw gebruikt. [Rini de Groot]
Zie Loonzakje

Zie Spijker

Parachute

Wij zagen in de oorlog ook wel eens parachutes vallen. De mooie witte parachutestof was heel welkom. Toen ik mijn 1ste H.Communie deed had een andere tante de parachutestof blauw geverfd, en er een mooie communiejurk voor mij van gemaakt, met witte rozetten erop. Ik heb er nog foto's van, alleen in zwart-wit dan, maar in mijn gedachten zie ik hem nog voor me in kleur. [Mieke Hendriks-van Oorschot]

De Engelse parachute was stof voor een mooie witte jurk voor zijn meisje. [Els de Goede over haar echtgenoot]

Ook weet ik nog dat bij ons in de buurt een meisje ging trouwen, en haar
moeder had haar bruidsjurk gemaakt van de stof van een parachute, waarmee een piloot een paar jaar daarvoor (het was in de oorlog) had weten te ontsnappen aan de Duitsers geholpen door haar vader. Heel de buurt was uitgelopen om haar te zien , en tot ieders verbazing was het een witte trouwjurk, en ze zag er prachtig uit. [Nel Timmermans]

Mijn vader en onze buurman moesten het bijna met de dood bekopen bij het bemachtigen van een parachute. Zij kwamen bij het kasteel in een vuurgevecht terecht en moesten schuilen in een sloot. Ze brachten wel ieder een parachute mee, helaas geen witte want die waren het meest gewild. Ze moesten het met groene doen. We waren toen niet veel gewend; alles in die tijd was surrogaat. Deze parachute waren van zeer goede kwaliteit. Ons moeder maakte er van alles van zoals bloezen en rokken, zelfs onderbroeken, maar het laatste was geen succes. Het zijde stof was zo glad als een paling; elastiek was er niet, dus hoe hou je zoiets op? Ze had er wel iets op gevonden met een of ander lussensysteem; aan de bovenbroek moest ze worden opgehouden, dit gaf wel weer problemen als die uit moest. Ook de koorden werden voor verschillende doeleinden gebruikt o.a. sokken breien. Ook mijn vader was met al die spullen in zijn sas, van de riemen en gespen maakte hij prachtige paardenhalsters. [Harry Wijgergangs]

Bij veel bruiloften welke destijds meestal thuis gevierd weden werden steevast parachutes gebruikt om een feestzaal op stal of schuur te creëren. [Jan Kerkhof]

Pijpenreiniger Als de kippen in de rui waren, werden in de ren verloren veren geraapt. Vader gebruikte die als pijpenreiniger voor zijn tabakspijp. [Rini de Groot]
Pijpestrootjes werden vroeger door mijn vader ook gebruikt als tabakspijpreiniger. [Rini de Groot]

Potlood

Niet te vergeten de potloodverlenger, waarin het stompje potlood tot zo'n 2 cm kon worden opgebruikt. Eerst bij inlevering bij de zuster van zo'n stompje kreeg je, met vermaning toch zeker zuinig te zijn, weer een ander stukje potlood. [Riet Schipperheijn]

Poppendokter

Ieder jaar tegen Sinterklaas kreeg ik een tas met poppenonderdelen mee om naar de poppendokter te brengen, die volgens mij toen in de Snellestraat zat. Zelfs poppen waarvan onderdelen kwijt waren, kon hij repareren. Mijn moeder breide er dan weer nieuwe kleertjes voor van restjes wol, en Sint bracht weer een nieuwe pop voor mijn zusjes.

De jongens bij ons thuis wilden wel eens de poppenbenen en -armen gebruiken om met neen vergrootglas door middel van de zon de poppenarmen en -benen te laten smelten, en de poppendokter was dan de reddende engel. [Leny van Engelen]

Pyjama

Oude bloezen of vestjes, konden ook van de jongens geweest zijn, droegen we 's nachts af als pyjama. [Jeanne Elissen]

Daar werden stofdoeken van gemaakt. [Anoniem]

Zie Vlag

Restjes (eten)

Ook gooi ik zelden iets van eetwaar weg. Heb ik iets over dan maak ik van restjes de volgende dag een soepje voor mijn zoon en mijzelf, bijvoorbeeld, bloemkool-, witlof- en bonensoep. Ze zien er niet altijd lekker uit, maar smaken heerlijk. [Marga Bikker]

De overgebleven botten werden na de warme maaltijd in de kippenren op een aambeeld platgeslagen, als extra voedsel. De kippen waren er gek op; men moest wel uitkijken geen kippensnavel onder de hamer te krijgen. [Rini de Groot]

Rok

Moeder was zeer handig in het uittrekken van oude truien (soms gekregen) en maakte daarvan nieuwe truien of jurkjes. De rok zette ze er apart aan, dan kon aan het lijfje nog een stukje worden gezet als de jurk te kort werd. [Riet Schipperheijn]

Als de rokken te kort werden volgens de bisschop, dan werd er een strook aangezet van 8 tot 10 cm breed in een bijpassende kleur; en dat was heel erg, dat je dat moest dragen. [G.J. Janssen-Schampers]

Zie ook Afdragen

Scheermesje Op het noviciaat [bij de fraters], waar ik ook enkele maanden mocht vertoeven, kreeg men maar één scheermesje per jaar. Als het bot werd moest je het slijpen door het aan de binnenkant van een glas op en neer te bewegen. [Jan van Son]

Schoenen

Mijn vader verzoolde ook zelf onze schoenen op de leest. [Marijke de Wit]

Ook de schoenen van mijn oudere broers als die voor hun te klein waren
geworden, mits niet helemaal versleten waren dan weer goed voor mij als
jongste. [Elie van Schilt]

Als je schoenen te klein geworden waren werd er simpelweg de neus vanaf gesneden. Daar liep je ook mee door de regen, want je had maar één paar, en je moest er weer een tijd mee doen. [A. Andrean-Schalken]

Wat ik het ergste vond; mijn schoenen. Ik had volgens de schoenmaker nogal beweeglijke grote tenen en die kwamen op een gegeven moment voor door de neuzen gestoken er werd dan bij het verzolen een nieuwe neus overheen gestikt. [Jeanne Elissen]

Ook liepen er mensen met ijzertjes onder hun schoenen opdat de hakken dan niet aan een kant meer zouden slijten. [Jeanne Elissen]

Schoenen: Mijn vader had een schoenleest op de kop getikt en verzoolde onze schoenen en ook de hakken.  Bij de Hema kon men pakjes kopen met daarin zolen en hakken voor een paar schoenen. Helaas zat alles er altijd scheef op maar dat stoorde hen niet in het minst. Hij trok en klopte net zo lang tot het redelijk recht zat. [Liesbeth de Nijs]

Van schoenen die te klein waren, sneed mijn vader de neuzen af; dan had je in ieder geval speling voor je tenen. [L. van Engelen]

Liet je repareren met teenstukjes, ijzertjes onder de hakken, of een spiegelzooltje. Altijd werden schoenen in een schoenenspanner weggezet. [Anoniem]

Schoenen werden te groot gekocht. Fikse prop watten erin en ze pasten. Het stukje watten werd steeds kleiner, en ik kon een jaar langer met mijn schoenen toe. [Els de Goede]

Klompschoenen. Dikke houten zolen, aan je voeten vastgehouden met een tuigje van niet al te stevig leer. Van die dingen waar je amper hard mee kon lopen omdat ze dan kapot gingen. Je ging dan geheid op je bek en dan werd het janken want je kon niet met de rest mee en moest je naar huis. [Jan Schellekens]

Jo van Oirschot uit Boxtel heeft gelopen op schoenen die van oude leren fietstassen waren gemaakt. Knap vakwerk. [Mevr. Schuurmans]

Schommel Voor kinderen werd op stal of schuur een schommel gemaakt door een stuk dik touw met de uiteinden aan twee balken van de schelf vast te maken, onder werd een opgevouwen zak gelegd om het bibsje te beschermen. Wij noemden zo’n schommel een ‘Stuur'. [Jan Kerkhof]
Schop Mijn moeder is nu zesentachtig jaar en in haar schuurtje staat de steekschop. Deze schop is nog van mijn opa geweest, die van die lampen. Als je bedenkt dat mijn opa al lang overleden is en zelf negentig geworden is, kun je je voorstellen dat die schop al wat grond omgespit heeft. Ik schat dat zo’n schop nieuw een lengte heeft van zo’n zestig centimeter. Die van mijn moeder is nu zo’n 12 a 13 cm. Hij doet nog steeds dienst. [Han van Meegeren]

Schort

Tot aan een jaar of zes, zeven kregen ook de jongens als zij thuis speelden
een schortje aan opdat hun kleding niet vies zou worden en deze niet vaker
dan nodig gewassen behoefde te worden. Dit schortje had lange mouwen en knopen op de rug zodat je zelf niet in staat was om het schortje uit te trekken omdat je voor zot liep of als je naar het toilet ging. [Eric de Pont]

Schoolschrift

't Lijntjesschrift op school: de non leerde ons ook het bovenste lijntje van de bladzijde vooral te gebruiken. "Als al de kindjes van deze klas, het bovenste lijntje niet gebruiken dan kost dat onze school veel extra schriften". [W. van Delft]

Wij moesten op het gymnasium (te Heeswijk) van de docent klassieke talen bovenaan de bladzijde beginnen – maar dan met potlood schrijven. Als het schrift vol was, moesten we vooraan beginnen, maar dan met inkt – over het met potlood beschrevene heen. Het was uiterst zuinig, maar misschien kunt u zich voorstellen hoe de schriften er na het dubbele gebruik uitzagen. [P. Thijssen]

We hadden toen een apart schrift om "moeilijke" woordjes te oefenen
bv. de fouten uit een dictee of zo, of uit een leestekst
in dat schrift moest je dus die moeilijke woordjes oefenen, eerst met
potlood, en elk woord 5 x onder elkaar
als je het daarna weer fout schreef in een dictee, dan 10 x onder elkaar
was het hele schrift vol (met potlood), dan moest je weer van voor af aan
beginnen, dwars er over heen en dit keer met balpen [Mayke Kijk in de Vegte]

Op school was ons geleerd om onder de bovenste lijn in je schrift te beginnen. In de oorlog moesten we op de bovenste lijn schrijven. De kaften (groen) werden gebruikt in de knutsel-les, een fikse besparing dus. [Els de Goede]

Op school de lege plekjes in de schriften volmaken over andere onderwerpen. [G.J. Janssen-Schampers]

In 1943, toen ik in de vijfde klas van de lagere school zat, moesten wij om papier uit te sparen blokletters in plaats van schoonschrift gaan schrijven. Op deze manier konden er meer letters op een regel geschreven worden. Als het schrift vol was dan werd het schrift omgedraaid, en moesten wij tussen de regels door schrijven. Zodoende hadden wij maar één schrift nodig, terwijl wij vroeger voor hetzelfde werk wel tweeëneenhalf schrift nodig hadden. [H. Segers-Kwanten]

Schoteldoek

De versleten hemden en borstrokken: daar werden de rechte stukken uitgeknipt, omgezoomd , en je had weer een schone "schotteldoek" [W. van Delft]

Sinaasappel

Mijn vader slachtte na het eten wel eens één sinaasappel voor het hele gezin. [Rees Versteden]

Sinterklaas

Maar het summum [van zuinigheid] vormden toch wel de 'suikerbildjes'. Zwarte Piet 'reed' wel eens een bescheiden formaat suikerbeest. Dat werd dan na het eten verdeeld. Wie geweldig braaf was geweest kreeg de kop: die was het dikste. [Rees Versteden]

Na twee dagen verdween het speelgoed weer in die 'geheimzinnige' donkere kast op de vliering, om 'n jaar later (in een nieuw kleurtje) aan de jongere kinderen gepresenteerd te worden. [Maarten van Lankvelt]

Die keer dat de Sint een heus poppenameublement bracht van hout, staat in mijn herinnering gegrift. Fleurig geschilderd tafeltje met stoeltjes, een kastje, een echt inklapbaar strijkplankje met overtrek, poppenkleertjes en een bankje met klep waar je zelf op kon zitten, en dat ik nog steeds bewaar. Later bleek, dat onze pa zaliger, die timmerman was en heel handig, dat allemaal gemaakt had. En ma had de kleertjes gemaakt op de Singer trapmachine. Zielsgelukkig en de koning te rijk was ik, en heb er heel wat mee gespeeld. [W. Heefer-v.d. Molengraft]

Mijn vader was niet handig met hamer en zaag. Met Sinterklaas maakte hij wel voor de kinderen soms speelgoed. Een garage van triplex. Bodem, twee zijwanden en een achterwand en een dak wat iets uitstak. Alles in één kleur groen geverfd. Hetzelfde groen waarmee ook het kippenhok was geschilderd.

Mijn broer kreeg een "paardenstal". Die had mijn vader ook gemaakt. Zag er bijna zo uit als de garage alleen iets hoger en het dak was enigszins schuin. Ook geheel in hetzelfde groen. Mijn broer wilde helemaal geen paardenstal, maar mijn ouders praatten zo op hem in, dat hij op 5 december zelf nog in de schoorsteen ging roepen dat hij wel een paardenstal wilde. De volgende morgen stond hij al op tafel. Dan moest Sinterklaas toch wel echt bestaan. Bij de garage hoorden dan twee autootjes en bij de paardenstal twee paardjes. [AV]

Als in november de dagen kort en koud werden en wij noodgedwongen met zijn allen binnen moesten spelen, kwam al gauw de traditionele vraag van mijn moeder: "Zouden jullie niet weer eens met de Big Star gaan spelen?" De "Big Star", een soort tafelflipperkast met een groot ster erop geschilderd moest maar weer eens voor de dag gehaald worden.  Dat werd zoeken in alle hoeken, maar gevonden werd hij niet. Wat jammer nou, maar armoe maakt vindingrijk. Jaar na jaar had mijn moeder de oplossing: "Dan zal Sinterklaas hem wel meegenomen hebben. Vraag maar of jullie hem terugkrijgen!" En zo geschiedde. Op 6 december, in alle vroegte, lag hij daar weer glorierijk midden op de tafel, tussen de sokken, de hemden, het potloodje en het schriftje: Onze ouwe trouwe Big Star. En we waren blij, zo blij wellicht, dat we niet eens jaloers waren op onze buurkinderen die veel meer, veel grotere en veel duurdere cadeaus gekregen hadden dan wij. [Jef van de Ven]

Zie Fiets, Poppendokter, Step, Truien, Wol

Sleepkabel

Na de invasie vond mijn vader op zekere dag een sleepkabel waarmee door Amerikaanse transportvliegtuigen, zweefvliegtuigen werden meegevoerd. Het was een nylonkabel van ongeveer 40 meter lang en met een dikte van ongeveer twee en een halve centimeter. Langs deze kabel liep ook nog een rubberkabeltje wat waarschijnlijk gebruikt werd voor communicatie tussen het trekkende vliegtuig en het zweeftoestel, waarschijnlijk een horka.De nylonkabel hebben we met man en macht uit elkaar getornd totdat er stopgaren overbleef . Hiervan breidde mijn moeder sokken die onverslijtbaar bleken maar niet erg warm waren. Als de sokken tegen een hete kachel werden gehouden smolt het nylon en werden ze waterdicht en keihard.. Ook heeft mijn moeder er een trui van gebreid deze echter was enorm zwaar. Voor andere doeleinden werd het stopgaren ook nog in drieën gesplitst. Het rubberkabeltje werd gebruikt om een devotielichtje voor een H Hartbeeld aan te leggen en verlichting op zolder. [Jan Kerkhof]

Soep Ik moet zeggen, ons moeder kokte goeie soep, maar noa den derden dag wier ie wel wé dunner. En es ze dan ooit erwtensoep gemakt hai en die un bietje ha loaten oanbranden, en es wij er dan wé van zinnen, dan zin zei, nee hij is alleen mar oangezet en dan moesten we mar gewoon dieën soep opeten, ok al was ie eigenlijk hillemoal nie lekker. [Toon Janssens]

Sokken

De uitgetrokken wollen truien waar nog sokken van gebreid werden.

Sokken die werden toen nog gestopt als er gaten in kwamen, maar vaak kwam het voor dat de sokken meer garen hadden van het stoppen als van de sok zelf. Waren ze te veel gestopt, dan werden de boorden weer uitgetrokken en van dat garen werden weer nieuwe gebreid.  Zo ging het ook met gebreide truien en ander gebreid of gehaakt goed. [Elie van Schilt]

Sokken werden gestopt tot in het oneindige. Maar als de stop boven de schoen uitkwam kon dat niet vanwege de sociale controle. Van gebreide sokken werden gaten gemaasd of er werden nieuwe voeten aangebreid. [Anoniem]

Sokken werden gestopt of de tenen of voeten opnieuw gebreid. [Fr. van Hooft]

Spaanders Zwèvels (houtspaanders) werden gebruikt om met vuur van de ene kachel de andere aan te maken, en ook werd er de pijp met eigenteelt tabak mee aangemaakt. [Jan Kerkhof]

Speelgoed

KLIK HIER VOOR EEN APARTE LEED/CUBRA AFDELING

Spekvet

Spekvet: het gestolde vet van het uitgebakken spek ging met wat peper en zout op de boterham, of de aardappels werden erin gebakken. [W. van Delft]

Het spekvet werd niet weggegooid maar op het brood gesmeerd waarop suiker werd gestrooid. Ik eet dit nu nog en vind het nog steeds lekker. [Liesbeth de Nijs]

Spijker

Spijkers: In zijn schuurtje was mijn vader hele tijden zoet met het recht slaan van kromme spijkers, het ontwarren van opgespaarde touwtjes en het gladstrijken van broodzakken. [Liesbeth de Nijs]

Ook mijn vader spaarde kromme spijkers, die hij weer recht sloeg, en metalen onderleg- of platte ringen die hij ‘revetten’ noemde; in alle soorten en maten. [J. Kosters]

Inderdaad wij hadden ook geen nieuwe spijkers in de berging, achter ons
woonden een aannemer en daar haalden wij vaak spijkers uit het sloophout, die dan inderdaad weer recht werden geslagen en opnieuw gebruikt. Dus een bouwmarkt zoals er nu veel bestaan, had in die tijd geen bestaansrecht gehad. [Elie van Schilt]

Voor het ‘klompen lappen’ gebruikte mijn vader ‘klompepinnekes’, gemaakt van het hout van de inlandse vuilboomstruik. [Rini de Groot]

Step

Voor de fiets kwam de step. Sinterklaas bracht mijn jongere broertje een
splinternieuwe, en mij op diezelfde 06-12 onze oude step, die ineens niet
meer groen, maar rood was. Reden: ik zou toch het volgende jaar een fiets krijgen, een heuse nieuwe. Kreeg ik ook, eentje op de groei. Eerst blokken dus, maar die hielpen niet genoeg... pas na een jaar kon ik met, en na drie jaar zonder blokken fietsen. Pas op mijn 18e was ik er 'uitgegroeid'. [Rees Versteden]

Mijn moeder weigert nog steeds te erkennen dat de blauwe step die ik had op vijfjarige leeftijd door Sint en Piet werd 'gestolen'. Waarna ik een paar dagen later als Sinterklaascadeau een 'nieuwe'bruine step kreeg. [Ed Schilders]

Stoppen

Het was zijn gewoonte om kapotte smeltstoppen (die witte stoppen in de meterkast) met 'n dun koperdraadje te repareren. Dat ging jaren goed, tot dat hij een iets te dik koperdraadje had gebruikt, en behalve wij, ook de héle straat zonder stroom kwam zitten...! [Maarten van Lankvelt]

Zie Gloeilampen

Stopwerk

Mijn moeder was heel netjes. Als er maar een steekje los was, mocht je het niet aan. Er was ook altijd een grote mand met stop- en verstelwerk. Als je uit school kwam: eerst een stuk uit de mand herstellen. [Fr. van Hooft]

Ze had ook altijd aan de binnenkant van de overgordijnen een naald zitten met wit en zwart garen. Zo kon ze snel, voor je naar school ging, een knoop vastzetten, een zoom erin leggen, of een naadje herstellen. Geen kapotte kleren; gestopt of versteld was geen schande; kapot wel. [Fr. van Hooft]

Studiemouwen Ik zat eind veertiger en begin vijftigerjaren op de kweekschool van de fraters in Tilburg.Ook daar was zuinigheid het devies.Om de mouwen van onze colberts te sparen droegen we studiemouwen.Dat waren korte mouwen van stevige stof gemaakt met elastiek erin.We gebruikten ze alleen als we in de studieklas aan het blokken waren. [Jan van Son]

Suiker

Vader was "meester" in het doorslaan van een gekookt ei (met in elke helft evenveel dooier) dat we dan moesten opeten met 4 sneden brood. De rest van de boterhammen waren "belegd" met wat suiker. [Riet Schipperheijn]

Zie Spekvet

Suikergoed

Zie Sinterklaas

Surrogaten

En natuurlijk werden thuis [in de oorlogsjaren] ook de thee, de koffie, chocolademelk of limonade alsmaar slapper gezet of aangemaakt. En dat werd er, toen van al die spullen meer of (vooral) minder geslaagde surrogaten in omloop kwamen, ook niet echt beter op. Onze buurvrouw vroeg op den duur spottend of we " ons kleurwater in een theekopje of in een koffiekop wilden". [Ed Dalderop]

Tabak

Mijn vader, Toon, kwam tussen de middag thuis om warm te eten. Voordat hij zich aan de dichtbevolkte tafel zette, legde hij zijn "prömke" op het rekje op de goot (= in de "keuken") om het daar, na de veelal sobere maaltijd, weer op te pakken en er de rest van de dag weer op verder te kauwen. Alleen ’s zondags kon hij zich één sigaar permitteren, waarvan hij zichtbaar genoot. [Jef van de Ven]

Tandenborstel

Het leukste vond ik dat hij [mijn vader] de afwaskwast gebruikte om zijn kunstgebit te poetsen. Tandenborstels vond hij veel te duur. Ook al bracht mijn moeder een tandenborstel mee dan legde hij hem in de kast en keek er nooit meer naar om. [Liesbeth de Nijs]

Tent We waren zuinig, niet arm. We voelden ons zelfs rijk toen mijn vaders bouwkundig inzicht, mijn moeders trapnaaitechniek en een lap zeildoek op een goeie dag fuseerden tot een enorme bungalowtent. Het gevaarte paste in het door mijn vader ook al zelfgebouwde bagagewagentje, en zo trokken we per fonkelnieuwe (!) Skoda naar het Zilvermeer in Mol. Een noodweer raasde over de camping, de tenten hingen aan rafels in de bomen, maar niet het vakantiefort van mijn ouders. Dat rees ongenaakbaar op uit zijn vijftig centimeter diepe slotgracht terwijl mijn vader gelijk een pauw met zeven staarten ramptoeristen geduldig de kwaliteit van zijn winnende constructie uiteenzette. [Joop van der Pol]

Thee

Ook zette hij [mijn vader] thee voor zichzelf met koud water. [Liesbeth de Nijs]

Als ik nu zie hoe allerlei soorten kruidenthee, duur in de drogisterijen worden verkocht. In de oorlog was er geen gewone thee meer te koop, dus wij dronken thuis thee van lindebloesem, niet gekocht, maar zelf geraapt en gedroogd. [Elie van Schilt]

Zie Aanlengen

Theedoek

Werden versteld door er stukjes IN te zetten. Zo hoorde dat want een stukje erOP zetten, duidde op een slechte huisvrouw. [Anoniem]

Timmeren

Zie Hout

Toetje

Mama: Luister kinderen, we krijgen vandaag bezoek en die blijven eten. Mama heeft niet genoeg vlees voor iedereen, dus  jullie moeten bedanken als mama vraagt of jullie vlees willen. Goed begrepen?

Kinderen: Ja mama!

Mama (aan het einde van de maaltijd): Wie wil er een toetje?

Kinderen: Ja, graag mama!

Mama (bestraffend): GEEN VLEES - GEEN TOETJE! [Riet Verberne]

Toiletpapier

De tijd dat er nog geen toiletpapier was (of te duur) moesten wij de kranten in vieren scheuren; touwtje erdoor; als een soort scheurkalender; hergebruikt om ‘de zaak’ schoon te vegen. [Tini v.d. Heiden]

Van krantenpapier werd closetpapier geknipt; keurige vierkantjes welke aan een vliegertouwtje in het toilet werden gehangen (met als gevolg zwarte gleuven). [Marijke de Wit]

Toiletpapier was te teveel van het goede.Te luxe!  Menige  "Bossche Courant"  werd keurig in handzame velletjes geknipt of gescheurd en hing met een touwtje aan een spijker op de W.C. [A. Andrean-Schalken]

Nu weet zelfs ik nog wel dat ze toen niet zo zacht voor hun lijf waren als tegenwoordig want bij opa hing altijd een touwtje aan de wc deur met daar overheen, netjes voorgescheurd, oude kranten om als wc papier te gebruiken. Altijd als ik daar naar de wc geweest was, vroeg ik me af of ik drukletters op mijn billen zou hebben staan. [Cees van Schilt]

Hergebruik van krantenpapier: kende iemand vroeger echt toiletpapier? Wij niet! Op maat geknipte velletjes krant, aangeregen aan een touwtje! Dat mochten onze oudsten doen onder het gezamenlijk bidden van het Rozenhoedje. [Riet Schipperheijn]

Krant of weekblad 15 bij 15 cm knippen; touw erdoor en in de wc hangen. [Els de Goede]

De kranten werden klein geknipt, en aan een veter of touwtje opgehangen in het toilet. [G.J. Janssen-Schampers]

Vroeger, in de tijd van de plonspleekes hingen de krant en de Sint
Jansklokken netjes in vieren gesneden aan een touwtje op het gemak.
Maar bij oude tante was zo zuinig! Die sneed de Sint Jansklokskes in achten! [Cor Swanenberg]

Touw

Spijkers: In zijn schuurtje was mijn vader hele tijden zoet met het recht slaan van kromme spijkers, het ontwarren van opgespaarde touwtjes en het gladstrijken van broodzakken. [Liesbeth de Nijs]

Trui

De uitgetrokken wollen truien waar nog sokken van gebreid werden. [W. van Delft]

Moeder was zeer handig in het uittrekken van oude truien (soms gekregen) en maakte daarvan nieuwe truien of jurkjes. De rok zette ze er apart aan, dan kon aan het lijfje nog een stukje worden gezet als de jurk te kort werd. [Riet Schipperheijn]

Versleten mouwen van truien werden uitgetrokken en met bijpassend garen werden er nieuwe aangebreid. [L. van Engelen]

Truien werden vaak uitgetrokken en op strengen gewassen en dan buiten in de wind gedroogd. Daarna werden er weer "nieuwe" truien van gebreid. Met mooie knoopjes erop was het weer een mooi Sinterklaaskadootje. [A. Janssen]

Het uittrekken van gebreide truien om ze nadien opnieuw te breien, eventueel samen met andere kleuren wol, was iets wat wij heel normaal vonden. Bij kennissen bij ons in de buurt, zag ik de moeder dat ook doen, maar samen met de wol breidde zij er nylondraad bij om de trui steviger te maken. [AV]

Bij gebrek aan geld kon Moeder geen warme truien kopen voor haar 'bloedje'. Wat was de oplossing? Moeder breide twee mouwtjes uit wol van oude borstrokken. Mouwtjes van pols naar oksel. Om afzakken te voorkomen, naaide zij aan beide mouwtjes een elastiek die over de rug de mouwtjes op hun plaats hield, en haar kindje geen koude armen kreeg. Dit gebeurde rond 1915. [Anoniem; naam bekend bij de redactie]

Uniformstof Kort na de bevrijding kreeg mijn oudste zus, die coupeuse was, de beschikking over enkele soldatenuniformen. Die werden gewassen, compleet losgetornd, gekeerd en geperst en keurig vermaakt tot windjack met bijpassende korte broek voor drie van mijn broers. [A. Andrean-Schalken]
Vet Zie Zwoerd
Vlag (Duitse) Toen de Duitsers in de bewogen septembermaand van 1944 hals over kop de vliegbasis Volkel verlieten, richting Heimat, hadden ze geen tijd om al hun spullen mee te nemen. Toen de inwoners van Volkel daar lucht van kregen werd deze oorlogsbuit al gauw met karrenvrachten richting het dorp getransporteerd. Zo kwam er bij ons een grote nazi-vlag terecht. De veroveraars waren trots op deze prachtige trofee, maar mijn moeder had onmiddellijk oog voor de enorme lap rode stof die daar deel van uitmaakte, en confisqueerde de vlag, die ten prooi viel aan de Singer naaimachine om er pyjama’s van te maken! Zo heb ik als dertienjarige knul lang een vuurrode pyjama gedragen van vijandelijk dundoek dat voorheen op het vliegveld van de bezetter had gewapperd. En zo werd de nazi-vlag herhaaldelijk gestreken, maar dan als pyjama! [M. van Dijk]

Verwarming

De ijspegels hingen in de winter aan je dekens. Daarom kregen we vaak nog winterjassen over ons heen om warm te blijven. [Marijke de Wit]

De asla van de kolenkachel, buiten uitgestrooid om d"n dam te verharden, en de halfopgebrande kolen werden weer opgeraapt en in de kachel gedaan. [W. van Delft]

Pasen! Dan ging de pijp van de kachel en hoe koud het ook mocht worden, die kachel ging niet meer aan voordat de volgende winter begon. Ook de overjas ging in de kast tot de volgende winter. [Elie van Schilt]

Als mijn moeder en ik naar de stad gingen in de winter dan waren we de deur nog niet uit of mijn vader had de kachel al uit gezet.. [Liesbeth de Nijs]

Als het in de winter echt koud was, kreeg je een oude jas op je voeten. [L. van Engelen]

Met twee personen in één bed was in de winterdag heel behaaglijk omdat je dan elkaar warm hield. [Eric de Pont]

Zie Kolen & Kachel & Baksteen

Wassen (kookwas)

De was werd buiten gekookt op een veldkacheltje dat gestookt werd met hout dat we eerst zelf in de bossen, toen nog voldoende aanwezig, gingen halen. [Elie van Schilt]

De oude mevrouw droeg zwarte kleren; die werden een keer per jaar gewassen in water met zout, en de kleren van de jonge mevrouw mochten 1 keer per jaar naar de stomerij. [Leny van Engelen]

Water

Als iedereen in bad was geweest, werden de werkkleren erin afgeschrobd en als laatste de laarzen en klompen. [Leny van Engelen]

Douches kwamen er pas toen de PNEM boilers ging verhuren, maar dan moesten de meisjes vrijdagsavonds onder de douche en de jongens op zaterdagmiddag, anders was de warmwaterhoeveelheid niet toereikend, en door de weeks onder de douche daar moest je eerst toestemming voor vragen. [Leny van Engelen]

Ze [de mensen bij wie ik werkte] beschikten wel over een warmwatervoorziening, want ze hadden zelfs een badkamer met bad en douche, maar de warmwatervoorziening uit de keuken hadden ze eruit laten slopen, want daar werd in de keuken te veel gebruik van gemaakt: dit werd vervangen door een petroleumstelletje met een grote waterketel; die moest je dan ’s morgens als je binnenkwam met water vullen en op het petroleumstelletje zetten, en dat was dan de warmwatervoorziening van de keuken. [Leny van Engelen]

Mèn schonvadder zètte saoves en mèlkflès onder de kraon in de nòrrigt, èn liet de kraon dan zachjes dröppele, want dan liep de waotermeeter nie, zittie, èn dan hattie smèèreges tòch ene lieter waoter vur zen veugeltjes. [Frans Schelle]

Bij mensen stond een schuur zonder dakgoot. Onder tegen de muur stonden op een rij oude emmers en teiltjes om het regenwater op te vangen. [S.C. v.d. Stelt-Kortlever]

In de zomer vang ik het water op waar aardappels en groente in zijn gewassen; het is goed voor de planten in de tuin. [L.C. Felius]

De stoep schrobben met het waswater, is dat zo vreemd? De milieuverenigingen en de overheid misschien, zullen er blij mee zijn als we het weer gaan doen! [J. Janssen-Timmermans]

Zie Bad

WC-papier

Zie Toiletpapier

Wentelteefjes

Mijn moeder  maakte wentelteefjes, ik deed het, mijn dochter deed het en heden ten dage vinden ook de kleinkinderen het  nog maar wat een lekkere traktatie. [J.M.Loenen]

Zie Brood

Werkkleding

Mijn vrouw vertelt dat zij in haar jeugd (ca. 1935) les kreeg in het 'uitstukken' van kleren; d.i. versleten plekken vervangen door een nieuwe lap, vooral in werkkleding. Na enige herhalingen werd zo'n werkjas of schort dan net een landkaart. Dan werd bij weer een nieuwe grote lap bijvoorbeeld gezegd: Kijk, nou heeft hij er Duitsland ook weer bij. [Th. van Rooij]

Windjack Moeder had een oude bruine deken met aan de onderkant een gat dat door het gewroet van onze tenen was veroorzaakt. Die deken werd gewassen en gestreken [en]moeder nam mijn maten op, daarmee werd een knippatroon aangepast. Met een soort kamwieltje aan een handvat werd het patroon uitgeradeerd en op de deken gespeld. Zorgvuldig werden de windjackonderdelen uit de deken geknipt. Met een Singer-handnaaimachine, nee geen trapnaaimachine, werd uit alle losse lappen een pracht van een windjack gemaakt. Niet alleen twee steekzakken, ook twee borstzakken, mét  kleppen, werden gemaakt! Er was ons moeder geen werk te veel! De nodige knopen en knoopjes waren afkomstig van oude jassen en jurken. De zakken en zakkleppen werden onder een natte doek platgeperst. Het resultaat was een heerlijk warme windjack die zo uit de winkel kon komen en die ik enkele jaren met veel plezier gedragen heb. [Harrie Janssens]

Winterjas

De ijspegels hingen in de winter aan je dekens. Daarom kregen we vaak nog winterjassen over ons heen om warm te blijven. [Marijke de Wit]

Wol

In mijn kindertijd (ik ben van 1939) werd er door meisjes nogal wat "gebreje". Wij, mijn twee oudere zusjes en ik, kregen eens van de Sint ieder één knot wol, maar verschillend van kleur. Roze, wit en blauw. De bedoeling was dat ieder van zijn eigen knot drie bolletjes maakte. Door onderling te ruilen had daarna ieder een roze, een wit en een blauw bolletje. [A. Andrean-Schalken]

Toen tijdens en kort na de oorlog geen breiwol te krijgen was, namen wij
soms oude half versleten truien, waarin echter nog goede stukken zaten.
We peuterden ze los en trokken de wol uit, waarbij we de slechte stukken lieten verdwijnen. Er was dan meestal wel een andere trui van wol die er aardig bij paste. We wonden de uitgetrokken wol om een stoelleuning. De zo verkregen strengen wasten we, zodat de krulletjes eruit gingen. Van deze "nieuwe" wol, die er soms opmerkelijk mooi uit te voorschijn kwam, breiden we dan één nieuwe trui. [Esther Hagers-van der Eerden]

Wortels

Bij de boer werden zg. voor de konijnen gele wortels gekocht, die waren goedkoper als de normale rode wortel, maar ook daar werd stamppot van gemaakt. [Elie van Schilt]

Zakdoek

Wat ben ik nog steeds blij toen de papieren zakdoekjes kwamen; heb echt nooit meer die stoffen gebruikt, alleen al niet omdat die ‘snotlappen’ toentertijd nog in een zinken emmer uitgekookt moesten worden als je echt verkouden was. [Anneke Boezer]
Zie Lakens

Zeep Ook al zoiets. Al wat er te krijgen was, was zogenaamde luchtzeep. Surrogaat of Ersatz, zoals de DOok al zoiets. Al wat er te krijgen was, was zogenaamde luchtzeep. Surrogaat of Ersatz, zoals de duitsers zeiden. Daarvan bleven altijd van die stukjes over en om te voorkomen dat die werden weggegooid maakte mijn moeder dan washandjes van wijdmazige stof waar deze stukjes werden ingedaan en van boven dicht gesnoerd. Onder de kraan wilde dat wel schuimen.uitsers zeiden. Daarvan bleven altijd van die stukjes over en om te voorkomen dat die werden weggegooid maakte mijn moeder dan washandjes van wijdmazige stof waar deze stukjes werden ingedaan en van boven dicht gesnoerd. Onder de kraan wilde dat wel schuimen. [Jan Schellekens]
Te kleine stukjes toiletzeep werden geweekt, vermengd met zand, en gebruikt als zandzeep. [Rini de Groot]

Zeepsop

Restjes sunlightzeep werden in een zeepklopper gedaan om ze zo op te maken. [Jeanne Elissen]

Het sop  van de maandagse-grote-wasdag werd nog gebruikt om de stoepen te schrobben. [W. van Delft] 

Als de grote was gedaan was, dan werd het sop gebruikt om de stoep te schrobben; dat werd niet zomaar weggegooid. [G.J. Janssen-Schampers]

Met het sop van de was moest je ook afwassen. Als je immers alles met water afspoelde was er niets aan de hand; ik zorgde altijd wel dat mijn kopje en bord daar niet in terechtkwamen. Daarna moest je met dit sop de toiletruimte en de keukenvloer schrobben. [Leny van Engelen]

Zeil ...toen ik nieuw zeil moest leggen in de woonkamer: alleen langs de kanten, onder de cokosmat hoefde niet. [J. Gevers]

Zilverpapier

Zie Kerstmis

Zilverpoets Zilverpoets en koperpoets mocht je niet gebruiken [bij de familie waar ik werkte], hiervoor was wit zand ook bruikbaar; dit moest je ook gebruiken in plaats van schuurpoeder – Vim heette dat toen. [Leny van Engelen]
Zie Koperpoets

Zwembroek

Ons zwembad was vroeger 'Het kanaal'. Eerst aan de kant leren zwemmen, waren de vorderingen dusdanig dat men kon zien ' inderdaad hij zwemt', dan zwom een meer ervaren zwemmer voor de eerste keer met jou over het kanaal en liep dit af zonder dat hij in hoefde te grijpen, nou dan kon je zwemmen. A of B diploma? Toen nooit van gehoord. Nu de zuinigheid. Er was thuis geen geld om zwemkleding te kopen, maar daar wisten de meeste huismoeders van toen wel een oplossing voor. Van een oude pull over werd het gedeelte waar normaal de hals zit dicht genaaid, de armsgaten waren dan gepromoveerd tot de gaten waar je benen uitkwamen, nog even een elastiek door de gebreide stof heen rijgen en de zwembroek was klaar. Ook een gewoon onderhemd, aan de onderkant werd in het midden een klein stukje dichtgenaaid en ook het zwempak voor Rietje was klaar. [Elie van Schilt]

Toen ik met de vijfde klas van de lagere school op zwemles moest, bracht mijn vader, die beroepsmilitair was en in die tijd ook nog fourier, een waarschijnlijk overcompleet geworden zwembroek mee die ooit door een dienstplichtige drager van Hare Majesteits Wapenrok weer in zijn magazijn was ingeleverd. Ik stond, vond ik, behoorlijk voor schut met als enig kledingstuk dit in legergroen uitgevoerde badkostuumpje. [Ed Schilders]

De deugdzaamheid dróóp van ons af zoals onze gebreide zwembroeken 's zomers, wanneer we uit het zwembad klauterden. Gelukkig voor onze beschaamde witte jongensbillen lag de meisjeswei aan de andere kant en de deugd - de badjuf - onverzettelijk in het midden. [Joop van der Pol]

Zwempak Als tienjarige wilde ik gaan zwemmen. Je sprak nog niet van een badpak maar van een ‘zwempak’, en dat kreeg ik niet van mijn moeder. Dus naar opoe. Die had een lapjeskast. Opoe, bijna tachtig jaar, vond het goed dat ik een zwempak maakte op haar handnaaimachine; de trapnaaimachine van moeder mocht ik toen nog lang niet gebruiken. Toen het klaar was, moest ik het nog showen ook! Maar het was van katoen, en dan die elastiek! Het zat mooi toen ik het voor opoe showde, maar in het Oude Maasje bolde het op en geen rek meer in de elastiek! [Anneke Boezer]
Zwoerd De zwoerd van spek of ham werd gebruikt om de houtzaag in te vetten waarmee kachelhoutjes werden gezaagd, zodat deze gemakkelijker door het hout ging, ook werden er de schaatsen tegen roesten mee ingevet. [Jan Kerkhof]
Om de handzaag in te vetten, en bij het spijkeren in eikenhout, werd de varkenspezerik gebruikt. [Rini de Groot]