|
Jace
van de Ven
Ons
moeder in Uden
Het zal in de Goede Week van 1928
geweest zijn, toen mijn
moeder met een heiligenbeeld in de handen van een lange
ladder stapte. 'Ik was krek van de lagere school af, maar
nog nie in betrekking. Dus ik ha toch tijd zat. Toen heb ik
samen mi de meiskes van Bax en die van Grardje Rutten de
kerk van Lind 'ne keer schongemakt,' vertelt ze. 'Het waar
an de kant van de jongesbiechtstoel en het moet Barbara,
Catharina of Caecilia gewist zijn, mar Lucia kan ok. En witte
watter gebeurde? Ik zette het op de kerkvloer om het te gaan
poetsen en opeens, poef, zi het bild en het viel as een höpke
cacaopoeier uit mekaar.'
'Oe, wa hedde nou toch gedòn?' riepen de aander meiskes.
Maar pestoor Stinbekkers - 'Ja, die kwaam van Alem, dor
bij Den Bosch en ons moeder moes nogal es geld bij hem
gon beuren as onze vadder wir iets aan de kèèrk ha moete
verbouwe. En dan zittie aaltijd Elisabeth tegen ons moeder,
terwijl iedereen in Lind gewoon Betje zi. - dieje pestoor
Stinbekkers da waar 'ne goeie mens en die stelde mèn gerust.
Daar kan Mientje niks aan doen, zittie, dat hebben de houtwormen
gedaan. Mar dor lag Caecilia, Barbara, Catharina of
misschien wel Lucia, as een höpke op de grond.'
LEES MEER (DOWNLOAD ALS PF)
Illustratie: Demian
|
Op deze pagina vindt u literaire bijdragen die gepubliceerd zijn in
het tijdschrift Brabant Cultureel / Brabant Literair |
KLIK op een Titel in het
overzicht hieronder
Daarna kunt u de bijdrage downloaden en opslaan als PDF- bestand |