INHOUD VEUGELTJES VANGEN
INHOUD VAN RIJSWIJK
CUBRA HOME
 

!

Beste lezer, kennis van tradities is een waardevol bezit, maar zo ook de Brabantse natuur. Graag wijzen wij u er daarom op dat het vangen en in bezit hebben van inheemse vogelsoorten en het toepassen van beschreven vangmethoden verboden en strafbaar zijn (artikel 11.37 en 11.40 Besluitactiviteiten leefomgeving).

 

- Vink

 

- Kneu

- Distelvink

- Sijs

- Barmsijs  

- Groenling

- Geelgors

- Goudvink

- Frater

- Europese kanarie

- Nachtegaal

- Zwartkop

- Zanglijster

- Merel

- Veldleeuwerik

- Pestvogel

- Europese kwartel

- Europese tortel

 

Henk van Rijswijk & Karel Hermans

Keep of kwèèk (Fringilla montifringilla)

De keep komt een flink stuk noordelijker voor dan de vink en trekt in het voorjaar een maand later dan de vink. In onze streken zit hij niet in grote aantallen maar elke vogelvanger treft hem toch regelmatig aan vooral tijdens de najaarstrek als ze afzakken naar onze streken. We kennen de keep meestal slechts in zijn wintergedaante. Vooral de mannetjes vallen op door hun zwarte kop. De onregelmatigheid waarmee de invasies van jaar tot jaar vóórkomen, hangt af van het voedselaanbod in hun geboorteland. De natuurlijke verhoudingen in de noordelijke wouden zijn zeer onstabiel, omdat de zaadproductie van jaar tot jaar verschilt. Je kunt ze bij ons nog het meeste aantreffen op de beukennootjes, dat is hun lievelingskostje. Ze zijn tamelijk vechtlustig ook onder elkaar en zij verjagen andere vogels op hun voederplaatsen. De keep eet hetzelfde als de vink en ook het nest is hetzelfde. Ze wordt gevangen met netten, in klepkooien en met lijmpijlen. Maar niet zoals een vink met een ring van lijmpijlen want broedgevallen zijn bij ons niet zeer frequent. In de volière zijn ze goed te houden. In de vrije natuur verorbert de keep in de zomermaanden vrij veel insecten en dus is zacht voer en af en toe een meelworm op zijn plaats naast het gewone zaadmengsel. Ook groenvoer en gekiemde zaden worden graag opgenomen. "Thuis heb ik nog een kwèèk mee drie jong" is een veel gebezigd grapje als vogelvangers over vrouw en kinderen praten.